Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/48/EG inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad
Artikel 16 bis Achterstallen en handhaving
Geldend
Geldend van 28-12-2021 tot 20-11-2026
- Bronpublicatie:
24-11-2021, PbEU 2021, L 438 (uitgifte: 08-12-2021, regelingnummer: 2021/2167)
- Inwerkingtreding
28-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2021, PbEU 2021, L 438 (uitgifte: 08-12-2021, regelingnummer: 2021/2167)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
De lidstaten eisen van kredietgevers dat zij beschikken over adequaat beleid en adequate procedures, zodat zij zich inspannen om waar passend een redelijke mate van tolerantie aan te houden alvorens een handhavingsprocedure in te leiden. Bij dergelijke respijtmaatregelen wordt onder andere rekening gehouden met de omstandigheden van de consument en de maatregelen kunnen onder meer bestaan uit:
- a)
de gehele of gedeeltelijke herfinanciering van een kredietovereenkomst;
- b)
een wijziging van de bestaande voorwaarden van een kredietovereenkomst, die onder meer het volgende kan inhouden:
- i)
verlenging van de looptijd van de kredietovereenkomst;
- ii)
wijziging van het soort kredietovereenkomst;
- iii)
uitstel van betaling voor het hele of een deel van het afbetalingsplan gedurende een bepaalde periode;
- iv)
wijziging van de rentevoet;
- v)
aanbieden van een aflossingsvrije periode;
- vi)
gedeeltelijke aflossingen;
- vii)
valutaomrekeningen;
- viii)
gedeeltelijke kwijtschelding en schuldconsolidatie.
2.
De in lid 1, punt b), vastgestelde lijst van mogelijke respijtmaatregelen doet geen afbreuk aan in het nationale recht vastgestelde regels en de lidstaten zijn niet verplicht om al die maatregelen in hun nationale recht op te nemen.
3.
De lidstaten kunnen vereisen dat de kosten die de kredietgever mag vaststellen en aan de consument mag aanrekenen wegens niet-nakoming, niet hoger zijn dan hetgeen nodig is ter vergoeding van de schade die de kredietgever als gevolg van de niet-nakoming heeft geleden.
4.
De lidstaten kunnen kredietgevers toestaan om aan de consument aanvullende kosten wegens niet-nakoming aan te rekenen. In dat geval stellen de lidstaten een limiet aan die kosten vast.