Einde inhoudsopgave
Regeling Geneesmiddelenwet
Artikel 5.2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
02-11-2018, Stcrt. 2018, 63384 (uitgifte: 13-11-2018, regelingnummer: 1437274-183177-WJZ)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2018, Stb. 2018, 407 (uitgifte: 15-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet van 25-05-2018, Stb. 175.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Degene die een ziekenhuis in stand houdt waarin een apotheek is gevestigd, draagt ervoor zorg dat:
- a.
geneesmiddelen die zich in het ziekenhuis buiten de apotheek bevinden, worden bewaard in afsluitbare kasten of ruimten;
- b.
de gevestigde apotheker de personen aanwijst die toegang hebben tot de onder a bedoelde kasten of ruimten;
- c.
onder verantwoordelijkheid van de gevestigde apotheker een administratie wordt bijgehouden van de soorten en hoeveelheden van geneesmiddelen die zich in de kasten of ruimten, bedoeld onder a, bevinden, welke daaruit worden genomen en door welke personen;
- d.
de kasten en ruimten in de apotheek waarin geneesmiddelen worden bewaard, door of onder verantwoordelijkheid van de gevestigde apotheker zijn afgesloten indien noch hijzelf noch andere beroepsbeoefenaren die in de apotheek geneesmiddelen bereiden of ter hand stellen, aanwezig zijn in de apotheek.
2.
In een ziekenhuis waarin geen apotheek is gevestigd worden geneesmiddelen deugdelijk bewaard in afsluitbare kasten of ruimten.