Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 38 nonies Geldboeten
Geldend
Geldend vanaf 28-03-2024
- Bronpublicatie:
28-02-2024, PbEU L 2024, 2024/791 (uitgifte: 08-03-2024, regelingnummer: 2024/791)
- Inwerkingtreding
28-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-2024, PbEU L 2024, 2024/791 (uitgifte: 08-03-2024, regelingnummer: 2024/791)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Wanneer de ESMA overeenkomstig artikel 38 duodecies, lid 5, vaststelt dat een in artikel 38 ter, lid 1, punt a), genoemde persoon opzettelijk of uit onachtzaamheid niet heeft voldaan aan een van de vereisten van de artikelen 22 tot en met 22 quater, of titel IV bis, stelt zij een besluit vast waarbij overeenkomstig lid 2 van dit artikel een geldboete wordt opgelegd.
Een inbreuk wordt geacht opzettelijk te zijn gepleegd als de ESMA objectieve factoren vaststelt die aantonen dat een persoon opzettelijk heeft gehandeld om de inbreuk te plegen.
2.
De in lid 1 bedoelde geldboete bedraagt maximaal 200 000 EUR of, in de lidstaten die niet de euro als munt hebben, het overeenkomstige bedrag in de nationale valuta.
3.
Bij het vaststellen van de hoogte van een geldboete overeenkomstig lid 1 houdt de ESMA rekening met de in artikel 38 octies, lid 2, uiteengezette criteria.