Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.13
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
23-12-2010, Stb. 2010, 849 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. 1.1 van de Douane- en Accijnswet BES (16-12-2010, Stb. 846).
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Bij het aangifteformulier worden gevoegd:
- a.
de factuur of elk ander bescheid ter staving van de douanewaarde;
- b.
alle benodigde bescheiden in het kader van verboden of beperkingen die van toepassing zijn bij het binnenbrengen van de goederen;
- c.
alle andere benodigde bescheiden voor de toepassing van de wettelijke regelingen.
2.
De inspecteur kan eisen dat bij de aangifte de vervoersdocumenten of, in voorkomend geval, de documenten die betrekking hebben op de voorafgaande douanebestemming, worden overgelegd.
3.
Indien goederen in verscheidene colli wordt aangeboden, kan de inspecteur ook overlegging eisen van een paklijst of een gelijkwaardig bescheid waarin de inhoud van ieder collo is vermeld.
4.
Bescheiden zijn voorzien van een dagtekening en zijn geauthenticeerd door middel van een handtekening, een paraaf of een stempelafdruk.
5.
Indien een aangifte elektronisch wordt gedaan, kan de inspecteur toestaan dat over te leggen bescheiden op gelijke wijze worden ingediend of toegang wordt verleend tot de relevante gegevens in het computersysteem van de aangever. In dergelijke gevallen worden de bescheiden voorzien van een elektronische handtekening of een ander door de inspecteur vastgesteld middel om de authenticiteit te waarborgen.
6.
Indien een aangifte elektronisch wordt gedaan, kan de inspecteur toestaan dat de begeleidende bescheiden niet samen met de aangifte worden overgelegd. In dat geval worden de documenten ter beschikking van de inspecteur gehouden.