Einde inhoudsopgave
Erfgoedwet
Artikel 5.6 Melden opgraving en overdragen vondsten en rapporten
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
09-12-2015, Stb. 2015, 511 (uitgifte: 18-12-2015, kamerstukken: 34109)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2015, Stb. 2016, 14 (uitgifte: 12-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Erfgoed, monumenten en archeologie
Ruimtelijk bestuursrecht / Monumentenzorg
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Een certificaathouder meldt de aanvang van een opgraving aan Onze Minister.
2.
Binnen twee weken na voltooiing van de opgraving meldt een certificaathouder aan Onze Minister de eerste bevindingen.
3.
Een certificaathouder conserveert de aangetroffen archeologische vondsten en draagt deze, alsmede de daarbij behorende opgravingsdocumentatie, binnen twee jaar na voltooiing van de opgraving over aan de eigenaar.
4.
Binnen twee jaar na voltooiing van een opgraving legt een certificaathouder aan Onze Minister, aan de eigenaar en aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de opgraving heeft plaatsgevonden het rapport, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, over.
5.
Onze Minister kan ontheffing verlenen van de voorschriften, bedoeld in het tweede tot en met vierde lid, voor zover een certificaathouder in een geval redelijkerwijs niet in staat is aan een voorschrift te voldoen.