V-N 2021/16.17.5
Rechtbank kent ten onrechte geen proceskostenvergoeding toe voor reiskosten
HR 12-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:357
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 maart 2021
- Zaaknummer
20/01881
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:357, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑03‑2021
- Wetingang
art. 8:75 Awb
Essentie
Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank na gegrondverklaring van het beroep een proceskostenvergoeding aan X had moeten toekennen voor de reiskosten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Samenvatting
X komt in bezwaar en beroep tegen een WOZ-beschikking 2016 van de gemeente Amsterdam. Rechtbank Amsterdam verklaart het beroep gegrond wegens schending van de hoorplicht en wijst de zaak op verzoek van X terug naar de heffingsambtenaar.
Hof Amsterdam (V-N Vandaag 2020/1345) oordeelt dat de rechtbank na gegrondverklaring van het beroep een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.