Regeling scheepsuitrusting 2016
Artikel 18
Geldend
Geldend vanaf 18-09-2016
- Bronpublicatie:
22-08-2016, Stcrt. 2016, 44653 (uitgifte: 09-09-2016, regelingnummer: IENM/BSK-2016/177402)
- Inwerkingtreding
18-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-08-2016, Stb. 2016, 322 (uitgifte: 09-09-2016, kamerstukken: 34425)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet scheepsuitrusting 2016 (23-08-2016, Stb. 322).
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
In afwijking van artikelen 3, eerste lid, en 6, eerste lid, van de wet kan de minister, in uitzonderlijke gevallen van technische innovatie, ten aanzien van scheepsuitrusting die is bestemd voor plaatsing aan boord van een Nederlands schip en die niet aan de conformiteitsbeoordelingsprocedure voldoet, een certificaat van gelijkwaardigheid ten behoeve van technische innovatie afgeven, indien die scheepsuitrusting naar zijn oordeel ten minste gelijkwaardig is aan de scheepsuitrusting die wordt vervangen en die voldoet aan de vereisten gesteld bij of krachtens de wet.
2.
Aan het gebruik van scheepsuitrusting waarvoor het certificaat is afgegeven, kunnen beperkingen of voorschriften worden verbonden. Deze beperkingen en voorschriften worden in het certificaat vermeld.