Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Eenheid van rechtsgang binnen een wet bevordert voor alle betrokkenen de toegankelijkheid van de procedure en voorkomt complicaties bij gelijktijdige procedures over samenhangende besluiten. Een reden voor differentiatie kan zijn dat één rechtsgang onvoldoende aansluit bij de bestaande competentieverdeling. Zie bijvoorbeeld de vermelding van artikel 125 van de Gemeentewet in artikel 4 van bijlage 2 Awb (beroep in één instantie bij het CBb) voor zover het gaat om handhaving van de Winkeltijdenwet.
Tegen een besluit tot oplegging van een bestuurlijke boete dient beroep in twee instanties open te staan, gelet op artikel 14, vijfde lid, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Het kan wenselijk zijn dat tegen andere besluiten die op grond van de betrokken wet genomen kunnen worden, beroep in één instantie openstaat. Als in dat geval wordt gekozen voor differentiatie van de rechtsgang binnen de wet, dan verdient het aanbeveling om een voorziening te treffen voor het geval dat in één besluit zowel een bestuurlijke boete wordt opgelegd als een andere sanctie, bijvoorbeeld een last onder dwangsom.
Deze aanwijzing ziet niet op het overslaan van de bezwaarfase (rechtstreeks beroep als bedoeld in bijlage 1 Awb).