Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures
Einde inhoudsopgave
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/7.1:7.1 Inleiding
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/7.1
7.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. A.J. van Heeswijck, datum 28-11-2013
- Datum
28-11-2013
- Auteur
mr. A.J. van Heeswijck
- JCDI
JCDI:ADS590614:1
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Gunning
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Aanbestedingsrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Procesbelang is in wezen een materiële voorwaarde. Procesbelang wordt echter verondersteld aanwezig te zijn en komt in de regel pas aan de orde, wanneer de gedaagde het belang van de eiser betwist. Om deze reden is ervoor gekozen dit onderwerp afzonderlijk te behandelen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de voorgaande hoofdstukken zijn de rechtsmiddelen besproken die inschrijvers ten dienste staan om naleving van de aanbestedingsregels af te dwingen en schadevergoeding te verkrijgen. Hierbij zijn met name de te vervullen materiële voorwaarden aan de orde gekomen voor het opleggen van een sanctie aan de aanbesteder. Geen recht is absoluut. Zelfs wanneer alle voorwaarden zijn vervuld, kunnen er gronden zijn om de eiser nietontvankelijk te verklaren of een vordering af te wijzen. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan twee obstakels waarop inschrijvers met regelmaat stuiten bij het instellen van een rechtsmiddel; het belangvereiste en het Grossmann-verweer.1
In paragraaf 2 komt het procesbelang van de inschrijver aan bod. Paragraaf 3 is gewijd aan het Grossmann-verweer.