V-N 2017/9.10
Nederland heffingsbevoegd voor partiële compensatie EOB
HR 10-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:204, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 2017
- Magistraten
Koopman, Schaap, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
16/00971
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925613:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:204, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1129, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑11‑2016
- Wetingang
art. 3.80 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de partiële compensatie die X van het EOB ontvangt geen emolument kan zijn. Nederland is dan heffingsbevoegd ten aanzien van de partiële compensatie.
Samenvatting
Belanghebbende, X, ontvangt een pensioen van het Europees Octrooi Bureau (EOB). Het pensioen is niet onderworpen aan een interne belastingheffing van het EOB, zodat in Nederland IB over het pensioen wordt geheven. Tot 1 januari 2009 wordt hiervoor een ‘tax adjustment’ verstrekt. Deze tegemoetkoming is evenals de pensioenuitkering belast met Nederlandse IB. Per 1 januari 2009 worden gepensioneerde ex-EOB-werknemers die in hun woonland IB zijn verschuldigd, gecompenseerd via een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.