Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 4:34 [Preventie van overkreditering]
Geldend
Geldend vanaf 25-05-2011
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is niet van toepassing op kredietovereenkomsten die vóór het inwerkingtreden van deze wijziging zijn gesloten.
- Bronpublicatie:
19-05-2011, Stb. 2011, 246 (uitgifte: 24-05-2011, kamerstukken: 32339)
- Inwerkingtreding
25-05-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-05-2011, Stb. 2011, 246 (uitgifte: 24-05-2011, kamerstukken: 32339)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Voor de totstandkoming van een overeenkomst inzake krediet, of een belangrijke verhoging van de kredietlimiet, dan wel de som van de bedragen die op grond van een bestaande overeenkomst inzake krediet aan de consument ter beschikking zijn gesteld, wint een aanbieder van krediet in het belang van de consument informatie in over diens financiële positie en beoordeelt hij, ter voorkoming van overkreditering van de consument, of het aangaan van de overeenkomst onderscheidenlijk de belangrijke verhoging verantwoord is.
2.
De aanbieder gaat geen overeenkomst inzake krediet aan met een consument en gaat niet over tot een belangrijke verhoging van de kredietlimiet of de som van de bedragen die op grond van een bestaande kredietovereenkomst aan de consument ter beschikking zijn gesteld indien dit, met het oog op overkreditering van de consument, onverantwoord is.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.