HR, 30-10-2012, nr. 11/00788
ECLI:NL:HR:2012:BX8010
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30-10-2012
- Zaaknummer
11/00788
- Conclusie
Mr. Vegter
- LJN
BX8010
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2012:BX8010, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2012
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BX8010
ECLI:NL:HR:2012:BX8010, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑10‑2012; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BX8010
- Vindplaatsen
Conclusie 30‑10‑2012
Mr. Vegter
Partij(en)
Nr. 11/00788
Mr. Vegter
Zitting: 4 september 2012
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft bij arrest van 3 februari 2011 verdachte wegens A onder 1. "diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad, hetzij aan zichzelf en aan zijn mededaders de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren en 6 maanden, met aftrek als bedoeld in art. 27 Sr. Voorts heeft het Hof een aantal beslissingen genomen betreffende enkele in beslag genomen voorwerpen, als in het arrest omschreven. Daarnaast heeft het Hof de tenuitvoerlegging gelast van een eerder aan verdachte voorwaardelijk opgelegde werkstraf voor de duur van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis.
2.
Deze zaak hangt samen met de zaken tegen [medeverdachte 1] (11/00798) en [medeverdachte 3] (11/05751), waarin ik vandaag eveneens concludeer.
3.
Namens verdachte heeft mr. M. Lochs, advocaat te Amsterdam, op 15 februari 2011 beroep in cassatie ingesteld. De aanzegging ingevolge art. 435, eerste lid, Sv is op 11 januari 2012 betekend. Art. 437, tweede lid, Sv schrijft voor dat, op straffe van niet-ontvankelijkheid, binnen twee maanden na betekening van de aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv, door een raadsman een schriftuur houdende middelen wordt ingediend. Binnen de termijn als bedoeld in art. 437, tweede lid, Sv is geen schriftuur houdende middelen bij de Hoge Raad binnengekomen, zodat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het ingestelde cassatieberoep.
4.
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep in cassatie.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Uitspraak 30‑10‑2012
Inhoudsindicatie
Verdachte n-o in cassatieberoep. Geen schriftuur houdende middelen van cassatie ingediend
Partij(en)
30 oktober 2012
Strafkamer
nr. S 11/00788
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 februari 2011, nummer 23/003808-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep in cassatie.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, Sv, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 30 oktober 2012.