Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van het EU-register
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 22-07-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2021.
- Bronpublicatie:
13-03-2019, PbEU 2019, L 177 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1124)
12-03-2019, PbEU 2019, L 177 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1122)
- Inwerkingtreding
22-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2019, PbEU 2019, L 177 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1124)
12-03-2019, PbEU 2019, L 177 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: 2019/1122)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 12 maart 2019 tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van het EU-register
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 19, lid 3,
Gezien Verordening (EU) 2018/842 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 teneinde bij te dragen aan klimaatmaatregelen om aan de toezeggingen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013(2), en met name artikel 12, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Op grond van artikel 19, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG moeten alle met ingang van 1 januari 2012 verleende emissierechten in een EU-register worden bijgehouden. Een dergelijk EU-register is oorspronkelijk vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 920/2010 van de Commissie (3).
- (2)
Bij Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie (4) werd Verordening (EU) nr. 920/2010 ingetrokken en zijn algemene, operationele en onderhoudsvoorschriften vastgesteld met betrekking tot het EU-register voor de op 1 januari 2013 beginnende en de daaropvolgende handelsperioden, het onafhankelijke transactielogboek als bedoeld in artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG en de registers als bedoeld in artikel 6 van Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (5).
- (3)
Het EU-register garandeert een nauwkeurige boekhouding van de transacties in het kader van het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie (EU-ETS) dat is ingesteld bij Richtlijn 2003/87/EG. Het EU-register is een gestandaardiseerde en beveiligde elektronische databank met gemeenschappelijke gegevenselementen om de verlening, het bezit, de overdracht en de annulering, naargelang van het geval, van emissierechten te volgen, en waar nodig voor toegang van het publiek en geheimhouding te zorgen. Het moet ervoor zorgen dat er geen overdrachten plaatsvinden die onverenigbaar zijn met de uit Richtlijn 2003/87/EG voortvloeiende verplichtingen.
- (4)
Met ingang van 2021 wordt met het begin van een nieuwe periode voor het EU-ETS nieuwe wetgeving van toepassing voor de economie in haar geheel. Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat de tenuitvoerlegging en de werking van het registersysteem eveneens aan de voorschriften voor deze nieuwe periode voldoen.
- (5)
Richtlijn 2003/87/EG is ingrijpend gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad (6) ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen, als gevolg waarvan het EU-register dienovereenkomstig moet worden gewijzigd. De bij deze wijzigingen ingevoerde bepalingen zijn op de perioden vanaf 2021 van toepassing.
- (6)
Op grond van artikel 13 van Richtlijn 2003/87/EG zijn emissierechten die met ingang van 1 januari 2013 worden verleend voor onbepaalde tijd geldig. Vanaf 2021 moeten de emissierechten echter zijn voorzien van een vermelding van de handelsperiode waarin zij zijn gecreëerd. Het is daarom noodzakelijk in het EU-register de bijbehorende functionaliteiten aan te bieden. De vermelding waaruit blijkt in welke periode van tien jaar de emissierechten zijn gecreëerd, mag alleen zichtbaar zijn voor rekeninghouders in het geval dit nodig is om in verschillende fasen gecreëerde emissierechten van elkaar te kunnen onderscheiden. Dit is het geval tijdens de overgang van de derde handelsperiode naar de vierde, aangezien de emissierechten die in de periode vanaf 2021 worden gecreëerd pas met ingang van 1 januari 2021 geldig zijn voor emissies.
- (7)
Bovendien moet op de inlevering van emissierechten een beperking worden toegepast om ervoor te zorgen dat emissierechten pas vanaf het eerste jaar van de periode van tien jaar waarin zij zijn verleend, voor emissies kunnen worden gebruikt. De voorschriften voor de berekening van het nalevingsstatuscijfer zijn nodig om de naleving van deze beperking te bewaken.
- (8)
Bij Richtlijn (EU) 2018/410 is artikel 11 ter, lid 7, van Richtlijn 2003/87/EG geschrapt. Het gebruik van internationale kredieten in het EU-ETS zal dan ook in de handelsperiode vanaf 1 januari 2021 niet meer mogelijk zijn. Dientengevolge mogen op ETS-rekeningen geen internationale kredieten meer worden aangehouden en houden rechten op het gebruik van internationale kredieten op te bestaan. Totdat alle met betrekking tot de handelsperiode van 2013 tot en met 2020 vereiste handelingen zijn voltooid, moet het gebruik van internationale kredieten en dientengevolge van rechten op het gebruik van internationale kredieten echter worden gehandhaafd. Niet meer toelaatbare eenheden moeten na het einde van de voortgezette toepasselijkheid van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) nr. 389/2013 van ETS-rekeningen worden verwijderd.
- (9)
Vanwege de indeling van emissierechten bestaande uit eenheden waarvan is vastgesteld dat deze voor naleving van de vereisten van Richtlijn 2003/87/EG worden erkend als ‘financiële instrumenten’ in de zin van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (7) is het dienstig de voorschriften betreffende het EU-register voor zover nodig in overeenstemming te brengen met die van de wetgeving inzake financiële markten, met name door te zorgen voor de verstrekking van relevante informatie ten behoeve van de doeltreffende handhaving van Richtlijn 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (8).
- (10)
Overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (9) moeten financiële instrumenten identificeerbaar zijn aan de hand van International Securities Identification Numbers (ISIN-codes) zoals gedefinieerd in ISO 6166. Ter vergemakkelijking van de naleving van verslagleggingsverplichtingen voor de rekeninghouders moeten de ISIN-codes van emissierechten in het EU-register worden weergegeven.
- (11)
Voor het soepele verloop van het veilingproces uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie (10) moet Verordening (EU) nr. 389/2013, voornamelijk op basis van de ervaring die in de praktijk met het veilingproces is opgedaan en vanwege het feit dat sinds 3 januari 2018 emissierechten in de spothandel, zoals genoemd in bijlage I, deel C, punt 11, van Richtlijn 2014/65/EU, worden ingedeeld onder financiële instrumenten, worden gewijzigd. Deze indeling heeft met name tot gevolg dat emissierechten in de spothandel binnen de werkingssfeer van Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad (11) komen te vallen. De wijzigingen zijn nodig om de processen met betrekking tot de veilingen waarop deze verordening betrekking heeft beter af te stemmen op de voorschriften van Richtlijn 98/26/EG, met inbegrip van geharmoniseerde implementatie hiervan in de nationale wetgeving, waar nodig, ten behoeve van de veiling van emissierechten.
- (12)
Aangezien emissierechten slechts in gedematerialiseerde vorm bestaan en fungibel zijn, moet het recht op een emissierecht worden vastgesteld door het bestaan ervan in de rekening van het EU-register waarop het wordt aangehouden. Bovendien moet, ter beperking van de risico's die gepaard gaan met het terugdraaien van een in het EU-register ingevoerde transactie en de systeem- en marktverstoring waartoe die terugdraaiing kan leiden, ervoor worden gezorgd dat de emissierechten volledig fungibel zijn. Met name kunnen transacties na afloop van een in de registervoorschriften vastgestelde termijn alleen worden teruggedraaid, herroepen of ongedaan gemaakt in overeenstemming met de in de registervoorschriften vastgestelde voorwaarden. Niets in deze verordening mag een rekeninghouder of een derde beletten uit de onderliggende transactie voortvloeiende rechten of aanspraken uit te oefenen die zij in rechte kunnen aanvoeren ter terugvordering of restitutie met betrekking tot een transactie die in een systeem is ingevoerd, bijvoorbeeld in geval van fraude of een technische fout, voor zover dit niet leidt tot terugdraaiing, herroeping of ongedaanmaking van de transactie. Voorts moet het te goeder trouw verwerven van een emissierecht worden beschermd.
- (13)
De centrale administrateur moet als belangrijkste taken hebben de verstrekking, het beheer en het onderhoud van het EU-register en het EU-transactielogboek (het EUTL), het beheren van centrale rekeningen, en het uitvoeren van handelingen die centraal moeten geschieden. De nationale administrateurs moeten als belangrijkste taken hebben te fungeren als contactpunt met hun respectieve rekeninghouders in het EU-register en alle handelingen uit te voeren waarbij direct contact met die rekeninghouders nodig is, waaronder het openen van, het schorsen van de toegang tot en het afsluiten van rekeningen.
- (14)
Wanneer lidstaten kosteloos emissierechten toewijzen op basis van artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG, moeten deze emissierechten worden verleend overeenkomstig artikel 10 quater van die richtlijn.
- (15)
Richtlijn 2003/87/EG is gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2392 van het Europees Parlement en de Raad (12). Bij deze wijziging werd de afwijking van de EU-ETS-verplichtingen voor vluchten naar en uit derde landen tot en met 31 december 2023 verlengd. Dienovereenkomstig moeten aan vliegtuigexploitanten waarvoor de afwijking geldt tot en met die datum nog kosteloze emissierechten worden toegewezen. Vanaf 1 januari 2021 is het aantal aan vliegtuigexploitanten kosteloos toegewezen emissierechten onderworpen aan de toepassing van de in artikel 9 van Richtlijn 2003/87/EG genoemde lineaire factor.
- (16)
Artikel 11 van Richtlijn 2003/87/EG bepaalt dat de bevoegde autoriteiten vóór 28 februari van elk jaar de dat jaar kosteloos aan exploitanten toe te wijzen emissierechten moeten overdragen. Waar die richtlijn voorziet in de herberekening van het aantal emissierechten dat aan een exploitant wordt toegewezen, moet de centrale administrateur ervoor zorgen dat de herberekening van de toewijzing plaatsvindt overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG en dat de vereiste wijzigingen in het EU-register en het EUTL worden doorgevoerd voordat de bevoegde nationale autoriteit de emissierechten aan de betrokken exploitant kan overdragen.
- (17)
Niets in deze verordening mag verhinderen dat een bevoegde autoriteit eist dat een exploitant een aantal boven op de aangepaste toewijzing voor het desbetreffende jaar ontvangen emissierechten overdraagt naar de EU-toewijzingsrekening als er te veel emissierechten zijn toegewezen, waaronder als gevolg van een fout in de oorspronkelijke toewijzing of wanneer de exploitant heeft verzuimd om de relevante informatie juist en volledig bij de bevoegde autoriteit in te dienen, mits de centrale administrateur de nationale toewijzingstabel van de lidstaat heeft gewijzigd.
- (18)
Emissierechten die zijn verleend nadat een exploitant de activiteiten van de installatie waarop de emissierechten betrekking hebben, heeft stopgezet, zonder de bevoegde instantie daarvan op voorhand in kennis te hebben gesteld, kunnen niet worden aangemerkt als emissierechten in de zin van Richtlijn 2003/87/EG. Dit houdt in dat in het geval dat het teveel aan ontvangen emissierechten is ontstaan doordat de exploitant heeft nagelaten van de gestaakte activiteiten melding te maken, het mogelijk moet zijn het overeenkomstige aantal emissierechten van de exploitanttegoedrekening te verwijderen, zelfs zonder goedkeuring van de exploitant.
- (19)
Om de veiligheid van de in het EU-register opgeslagen informatie te beschermen en fraude te voorkomen, moeten passende en geharmoniseerde eisen inzake het openen van rekeningen, de authenticering en de toegangsrechten worden toegepast. De bij Verordening (EU) nr. 389/2013 vastgestelde voorschriften moeten worden geëvalueerd en geactualiseerd om de doeltreffendheid ervan te garanderen, met inachtneming van de evenredigheid. Hoewel de administrateurs van het EU-register niet rechtstreeks aan de bij Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (13) vastgestelde voorschriften zijn onderworpen, komen in die richtlijn vastgestelde voorschriften en waarborgen ook terug in de voorschriften betreffende het openen en aanhouden van rekeningen in het EU-register, in het bijzonder met betrekking tot informatie over uiteindelijk begunstigden. De voorschriften van Verordening (EU) nr. 389/2013 moeten worden herzien, zodat de nationale administrateurs hun procedures kunnen aanpassen aan het werkelijke risico dat een specifieke actie met zich meebrengt.
- (20)
Indien een uit een andere lidstaat afkomstig origineel document of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan als het in bijlage IV of VIII bedoelde bewijs wordt ingediend, moeten de voorschriften van Verordening (EU) 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad (14) dienovereenkomstig worden toegepast.
- (21)
De nationale administrateurs, de centrale administrateur en de Commissie moeten voldoen aan de EU- en nationale wetgeving inzake de bescherming van personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens en het vrije verkeer van dergelijke gegevens, en met name Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (15) en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (16), wanneer deze van toepassing zijn op krachtens deze verordening bewaarde en verwerkte informatie.
- (22)
De gegevens die over alle processen, exploitanten en personen in het registersysteem zijn opgeslagen, moeten worden bewaard; daarentegen moeten de hierin opgenomen persoonsgegevens bij het verstrijken van de geldende bewaringstermijn worden gewist.
- (23)
De Commissie en de nationale administrateurs zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de verwerking van de op grond van deze verordening bewaarde en verwerkte informatie. Het EU-register en het EUTL hebben taken die in het algemeen belang worden uitgevoerd. Indien een inbreuk in verband met persoonsgegevens heeft plaatsgevonden, zijn de desbetreffende kennisgevingsprocedures op grond van de wetgeving inzake gegevensbescherming van toepassing.
- (24)
De nationale administrateurs, de centrale administrateur en de Commissie moeten er zorg voor dragen dat op grond van deze verordening bewaarde en verwerkte informatie enkel ten behoeve van de werking van het EU-register kan worden gebruikt.
- (25)
De voorschriften die op het EU-register van toepassing zijn, moeten worden vereenvoudigd om de administratieve last zo veel mogelijk te beperken, zonder daarbij de milieu-integriteit, de beveiliging of de betrouwbaarheid van het EU-ETS in het gedrang te brengen. Om de richting en de omvang van mogelijke vereenvoudigingen en lastenverlichting te helpen bepalen, is de praktijkervaring van de nationale administrateurs van het EU-register verzameld en zijn de lidstaten geraadpleegd. De daarop gebaseerde nieuwe voorschriften hebben als doel het EU-register voor zowel gebruikers als beheerders begrijpelijker en gebruiksvriendelijker te maken.
- (26)
Voor zover en voor zolang het nodig is om de milieu-integriteit van het EU-ETS te beschermen, mogen luchtvaartoperatoren en andere exploitanten in het EU-ETS geen emissierechten gebruiken die zijn verleend door een lidstaat die de Europese Raad ingevolge artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) in kennis heeft gesteld van zijn voornemen zich uit de Unie terug te trekken.
- (27)
De koppeling van het EU-ETS met andere emissiehandelsregelingen verruimt de mogelijkheden voor emissiereducties, zodat de bestrijding van de klimaatverandering minder kost. Voor het operationeel maken van koppelingsovereenkomsten op grond van artikel 25 van Richtlijn 2003/87/EG is een aantal aanpassingen in het EU-register nodig. Daarom moet Verordening (EU) nr. 389/2013 worden gewijzigd om onder meer te zorgen dat de emissierechten van derde landen voor naleving worden erkend en dat de overdracht van dergelijke emissierechten, het creëren van rekeningen en het verrichten van transacties mogelijk is en om de voorwaarden voor schorsing van de koppeling toe te voegen.
- (28)
Alle met betrekking tot de derde handelsperiode van het EU-ETS van 2013 tot en met 2020 vereiste handelingen moeten overeenkomstig de in Verordening (EU) nr. 389/2013 vastgestelde voorschriften worden afgerond. Aangezien bij Richtlijn 2003/87/EG het gebruik van krachtens het Protocol van Kyoto gegenereerde internationale kredieten is toegestaan, moet die verordening op die handelingen van toepassing blijven. Om duidelijkheid te scheppen over, enerzijds, de voorschriften die in overeenstemming met Richtlijn 2003/87/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad (17), op alle aan de derde handelsperiode gerelateerde handelingen van toepassing zijn, en, anderzijds, de voorschriften die overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/410, op alle aan de vierde handelsperiode gerelateerde handelingen van toepassing zijn, moet de werkingssfeer van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) nr. 389/2013 die na de inwerkingtreding van de onderhavige verordening van kracht blijven, tot handelingen in verband met de derde handelsperiode worden beperkt.
- (29)
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1725 geraadpleegd en heeft op 18 oktober 2018 advies uitgebracht,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.
PB L 156 van 19.6.2018, blz. 26.
Verordening (EU) nr. 920/2010 van de Commissie van 7 oktober 2010 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 270 van 14.10.2010, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie van 2 mei 2013 tot instelling van een EU-register overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Beschikkingen nr. 280/2004/EG en nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 920/2010 en (EU) nr. 1193/2011 van de Commissie (PB L 122 van 3.5.2013, blz. 1).
Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (PB L 49 van 19.2.2004, blz. 1).
Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 3).
Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).
Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1).
Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45).
Verordening (EU) 2017/2392 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG om de huidige beperkingen van het toepassingsgebied voor luchtvaartactiviteiten voort te zetten en de tenuitvoerlegging van een wereldwijde marktgebaseerde maatregel vanaf 2021 voor te bereiden (PB L 350 van 29.12.2017, blz. 7).
Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).
Verordening (EU) 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 inzake de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PB L 200 van 26.7.2016, blz. 1).
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 63).