NJB 2014/98:Wederrechtelijkheid in de zin van kraakverbod art. 138a lid 1 Sr: van wederrechtelijk in pand vertoeven sprake indien verblijf in pand zonder toestemming van de rechthebbende plaatsvindt terwijl niet blijkt van enig eigen, aan het objectieve recht te ontlenen bevoegdheid van de verdachte om in het pand te verblijven. Betreden kraakpand art. 551a Sv: onjuist is de opvatting dat niet aan de strafrechter ter beoordeling staat of een op de voet van art. 551a Sv verrichte ontruiming al of niet rechtmatig is geschied en dat verweren die ertoe strekken dat zodanige ontruiming jegens de verdachte onrechtmatig was in de strafprocedure niet aan de orde kunnen komen. Hoge Raad schetst kader toetsing en aan onrechtmatigheid te verbinden gevolgen