RAR 2013/122
Werkgeversaansprakelijkheid. Wanneer wordt voldoende causaal verband tussen schade en het werk vermoed aanwezig te zijn?
HR 07-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1721 (Lansink/Ritsma)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juni 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/03390
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- LJN
BZ1721
- Roepnaam
Lansink/Ritsma
- JCDI
JCDI:ADS914639:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ1721, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ1721, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑06‑2012
- Wetingang
Art. 6:107, 6:108, 7:658 BW
Essentie
Werkgeversaansprakelijkheid. Bewijslast. Causaal verband.
Wanneer wordt voldoende causaal verband tussen schade en het werk vermoed aanwezig te zijn?
Samenvatting
Werknemer is vanaf 1976 in dienst bij werkgever en werkzaam als schilder. Voordien was hij als schilder werkzaam bij twee andere bedrijven. In 2000 raakt hij arbeidsongeschikt door een kwaadaardige tumor in het nierbekken en in de longen, waarvoor hij zijn werkgever aansprakelijk stelt. Werknemer overlijdt in 2001. Zijn erfgenamen vorderen vergoeding van de schade op grond van art. 6:108 BW (gederfd levensonderhoud na overlijden) en 6:107 BW (schade wegens letsel), waarbij zij stellen dat ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.