Subsidieregeling Kenniscentrum Grote Steden
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 25-08-2005
- Bronpublicatie:
13-06-2005, Stcrt. 2005, 162 (uitgifte: 23-08-2005, regelingnummer: 2005-0000109665DGKB/GSIB/GSB)
- Inwerkingtreding
25-08-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2005, Stcrt. 2005, 162 (uitgifte: 23-08-2005, regelingnummer: 2005-0000109665DGKB/GSIB/GSB)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Maatschappelijke ondersteuning / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
De minister beoordeelt voor 1 januari de subsidieaanvraag, mede aan de hand van de in artikel 3, tweede lid, genoemde gegevens.
2.
Naast de gronden, genoemd in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, kan de Minister, na overleg met de overige betrokken departementen en de Steden, de subsidieverlening geheel of gedeeltelijk weigeren indien de beoordeling van het basisprogramma Grote Steden leidt tot de bevinding dat het programma niet in overeenstemming is met de vereisten van deze regeling.
3.
De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat door de begrotingswetgever voldoende middelen ter beschikking worden gesteld.