Rb. Gelderland, 20-02-2015, nr. 276815
ECLI:NL:RBGEL:2015:1350
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
20-02-2015
- Zaaknummer
276815
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2015:1350, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 20‑02‑2015
Uitspraak 20‑02‑2015
Inhoudsindicatie
Kort geding. IER; handelsnaam. Vraag of eiser eerder dan gedaagde met de naam aan het handelsverkeer is gaan deelnemen. Een onderneming kan ook met twee of meer handelsnamen aan handelsverkeer deelnemen. Verwarringsgevaar. Domeinnaam. Webhop.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/276815 / KG ZA 15-24
Vonnis in kort geding van 20 februari 2015
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats],
eiser,
advocaat mr. J.M.P. Blom te Lelystad,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KENCO TRADING B.V.,
gevestigd te Vaassen,
gedaagde,
advocaat mr. F.J. Van Eeckhoutte te Amersfoort.
Partijen zullen hierna [eiser] en Kenco genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van Kenco.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
[eiser] drijft sinds 1994 een onderneming in de vorm van een eenmanszaak met de naam “Hollands Glorie”. Blijkens het handelsregister is het doel van die onderneming de detailhandel via overige detailhandelvormen en groothandel in bloemen en planten alsook de in- en verkoop (detail- en groothandel) in kweekartikelen. [eiser] heeft een loods in [plaats] van waaruit hij de artikelen verkoopt. Op deze loods is boven de ingang ook de naam Urban Green Store aangebracht. Verder verkoopt [eiser] artikelen via de website van Hollands Glorie (www.hollands-glorie.net).
2.2.
Op 19 april 2013 heeft [eiser] het beeldmerk URBAN GREEN STORE gedeponeerd bij het Benelux Merkenbureau. Het gaat hier om het volgende merk:
2.3.
Omstreeks mei 2013 is [eiser] met een website met de domeinnaam www. urbangreenstore.nl gestart. Op deze website worden een aantal artikelen voor het zogenaamde ‘urban gardening’ (het op een balkon, dakterras of binnenshuis verbouwen van (keuken)kruiden, planten, groente en fruit), zoals zaden, potten, zakken, hangtuinen, kweeksystemen en benodigdheden, aangeboden. Wanneer een belangstellende op de knop ‘bestel’ klikt, wordt hij doorgeleid naar de website van Hollands Glorie, waar de bestelling kan worden uitgevoerd. Op de website www.hollands-glorie.net heeft [eiser] de naam Urban Green Store aan de rechterbovenkant van de pagina aangebracht.
2.4.
In maart 2014 heeft [eiser] met een stand op de Lente-, Tuin- en Woonbeurs in Zwolle en de Haarlemmermeer gestaan. Op deze stand was de naam Urban Green Store aangebracht en in de stand werden artikelen voor het zogenaamde ‘urban gardening’ onder de aandacht gebracht.
2.5.
[naam] voert sinds 29 oktober 2014 de handelsnaam ‘urban-greenstore.nl’ en ‘urban green store Apeldoorn’. Eind december 2014 heeft [naam] zijn onderneming in een bv met de naam Kenco Trading (hierna: Kenco) ingebracht, welke vennootschap de activiteiten van een eenmanszaak integraal heeft voortgezet, met inbegrip van de handelsnaamrechten.
2.6.
Het doel van de onderneming van Kenco is blijkens het handelsregister onder andere: een winkel in bloemen en planten, zaden en tuinbenodigdheden. Kenco gebruikt voor haar webwinkel de domeinnaam www.urban-greenstore.nl. Onder de naam Urban-greenstore.nl drijft Kenco ook een fysieke winkel aan [adres]. Blijkens de website www.urban-greenstore.nl verkoopt Kenco onder andere verticale tuinen, zaden voor planten, groenten, fruit en (keuken)kruiden, groeisetjes, potten, teilen, kweekbakken en zogenaamde minituintjes.
2.7.
Ondanks sommaties daartoe door [eiser] heeft Kenco het gebruik van de domeinnaam www.urban-greenstore.nl en de handelsnamen Urban greenstore.nl en Urban Greenstore Apeldoorn niet willen staken.
3. Het geschil
3.1.
[eiser] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Kenco te veroordelen:
I. met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op het handelsnaamrecht en merkrecht van [eiser] te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden en in het bijzonder (a) ieder gebruik van de handelsnaam Urban Green Store en van iedere andere handelsnaam die identiek is aan of slechts in geringe mate afwijkt van de handelsnaam van [eiser], zowel offline als online, te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden en (b) een handelsnaam te voeren, die het in alinea 4 van de inleidende dagvaarding beschreven woord/beeldmerk URBAN GREEN STORE, dan wel een aanduiding, die van dat merk slechts in geringe mate afwijkt, zowel offline als online, te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden;
II. met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis de handelsnamen urban-greenstore en urban greenstore Apeldoorn te (doen) verwijderen uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en verwijderd te (doen) houden;
III. tot betaling van een dwangsom van € 2.500, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom, voor iedere overtreding van het onder I of II verzochte bevel, of, naar keuze van [eiser], van € 2.500 voor iedere dag of deel daarvan dat Kenco met de gehele of gedeeltelijke nakoming van dat bevel in gebreke blijft;
IV. op basis van artikel 1019h Rv de termijn waarbinnen een bodemprocedure aanhangig moet worden gemaakt te bepalen op zes (6) maanden, te rekenen vanaf de datum van het vonnis;
V. tot betaling van de kosten van dit geding ten bedrage van € 6.000 overeenkomstig artikel 1019h Rv, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 131 zonder betekening, dan wel € 199 in het geval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
Kenco voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
Het spoedeisend belang vloeit in voldoende mate uit de stellingen van [eiser] voort.
4.2.
Kenco heeft bezwaar gemaakt tegen de door [eiser] per fax van 5 februari 2015 ingediende producties. Volgens Kenco zijn met name de overgelegde verklaringen van twee leveranciers dusdanig laat in het geding gebracht dat zij hier niet meer adequaat op heeft kunnen reageren. [eiser] heeft zich erop beroepen dat de producties meer dan 24 uur voor de zitting bij de rechtbank zijn ontvangen en dus conform het rolreglement tijdig zijn ingediend. Nu Kenco betwist dat de producties haar ook tijdig bereikt hebben, niet gesteld of gebleken is dat deze verklaringen niet eerder overgelegd hadden kunnen worden en Kenco stelt door deze (te) late inbrenging van verklaringen in haar verdediging te zijn geschaad, zullen deze verklaringen buiten beschouwing worden gelaten.
4.3.
Ingevolge artikel 5 Hnw is het verboden een handelsnaam te voeren die, vóórdat de onderneming onder die naam werd gedreven, al door een ander rechtmatig gevoerd werd of die van die handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover daardoor in verband met de aard van beide ondernemingen en de plaats waar zij gevestigd zijn bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is. Daarbij geldt dat het gebruik van een domeinnaam ook kan worden beschouwd als het voeren van een handelsnaam, indien een onderneming (al dan niet mede) onder die domeinnaam wordt gedreven.
4.4.
Kenco heeft niet betoogd dat de naam Urban Green Store te weinig onderscheidend is, daarom zal ervan worden uitgegaan dat Urban Green Store wel als handelsnaam kan dienen. Gelet op de gemotiveerde betwisting door Kenco is de eerste vraag die hier voorligt of [eiser] vóór 29 oktober 2014 onder de naam Urban Green Store aan het handelsverkeer heeft deelgenomen. Daarbij staat voorop dat het in beginsel mogelijk is dat een onderneming, al dan niet voor dezelfde producten, onder twee of meer handelsnamen aan het handelsverkeer deelneemt.
4.5.
Vast staat dat [eiser] vanaf 1994 onder de naam Hollands Glorie aan het handelsverkeer deelneemt met een detailhandel en groothandel in bloemen, planten en kweekartikelen. Ter zitting heeft [eiser] toegelicht dat hij vanaf 2012/2013 met het concept van de Urban Green Store aan de gang is gegaan. Met de Urban Green Store wil [eiser] zich richten op de verkoop van producten voor het zogenoemde ‘urban gardening’ (het op een balkon, dakterras of binnenshuis verbouwen van (keuken)kruiden, planten, groente en fruit eventueel via verticale kweeksystemen). Vanaf mei 2013 heeft [eiser] de beschikking over de website www.urbangreenshop.nl. Ook is de naam Urban Green Shop vanaf mei 2013 via verschillende media naar buiten gebracht, al dan niet onder de vlag van Hollands Glorie. Daarbij heeft [eiser] de naam Urban Green Store aangebracht boven de ingang van zijn loods te Lelystad. In maart 2014 heeft [eiser] met een stand op de Lente-, Tuin- en Woonbeurs in Zwolle en de Haarlemmermeer gestaan. Op deze stand was de naam Urban Green Store aangebracht en in deze stand werden artikelen voor het zogenaamde ‘urban gardening’ onder de aandacht gebracht.
4.6.
Vanaf welk moment de naam Urban Green Store door [eiser] daadwerkelijk als handelsnaam in gebruik is, is in het bestek van dit kort geding niet vast te stellen. Waar het in dit kort geding om gaat is of [eiser] eerder dan Kenco, dus vóór 29 oktober 2014, onder de naam Urban Green Store aan het handelsverkeer heeft deelgenomen. Hieromtrent wordt het volgende overwogen. Kenco heeft niet betwist dat [eiser] vanaf mei 2013 de beschikking heeft over de website www.urbangreenstore.nl en dat de naam Urban Green Store vanaf mei 2013 via diverse media naar buiten is opgedoken, al dan niet onder de vlag van Hollands Glorie. Ook heeft Kenco niet betwist dat [eiser] in maart 2014 met een stand met de naam Urban Green Store op de Lente-, Tuin- en Woonbeurs in Zwolle en Aalsmeer heeft gestaan. Voorshands is aan de hand van de stukken en de daarop ter zitting gegeven toelichting wel aannemelijk dat [eiser] vóór 29 oktober 2014, misschien wel beperkt, maar toch, gebruik heeft gemaakt van de naam Urban Green Store in het handelsverkeer. Zo zijn er voldoende aanwijzingen dat [eiser] vóór 29 oktober 2014 de naam Urban Green Store de op loods in Lelystad heeft aangebracht en vóór 29 oktober 2014 in deze loods ook waren voor het ‘urban gardening’ aan de man heeft gebracht. Verder is de webwinkel van [eiser] vanaf mei 2013 te benaderen via de domeinnaam www.urbangreenstore.nl. Het is wel juist, zoals Kenco stelt, dat op deze website geen bestellingen kunnen worden gedaan, omdat de site via de knop ‘bestel’ door linkt naar de website van Hollands Glorie, maar dat betekent op zichzelf nog niet dat [eiser] geen gebruik maakt de domeinnaam www.urbangreenshop.nl als handelsnaam. [eiser] heeft ter zitting toegelicht dat hij de bestellingen op de website van urbangreenshop.nl, waarop producten staan die specifiek zien op het ‘urban gardening’ assortiment, via de website van www.hollands-glorie.net laat lopen omdat hij in die website veel heeft geïnvesteerd en nu (nog) niet de middelen heeft om in nog een dergelijke webshop te investeren. Als het publiek via de knop ‘bestel’ op de website www.hollands-glorie.net aankomt, dan ziet men aan de rechterbovenkant van deze website ook de naam Urban Green Shop vermeld staan. Daarin ligt de aanwijzing besloten dat ook de website van Hollands Glorie mede onder de naam Urban Green Shop gedreven wordt. Het is dan ook niet aannemelijk dat [eiser], gelijk Kenco heeft betoogd, met de bewoordingen Urban Green Shop alleen maar een concept, een branche, een kweeksysteem of een beleving wil aanduiden. Te meer niet nu een letterlijke vertaling van deze woorden in het Nederlands (Stads Groen Winkel) verwijst naar een naam waaronder een bedrijf kan worden geëxploiteerd.
4.7.
Verder is aannemelijk dat verwarring wel te duchten is. Hoewel de ondernemingen niet in elkaars directe nabijheid gevestigd zijn (Lelystad en Apeldoorn), hebben beide ondernemingen ook een webshop waarmee zij een landelijk bereik hebben. Kenco hanteert een -op het streepje na - identieke domeinnaam voor soortgelijk waren en diensten als [eiser], waardoor het aannemelijk is dat verwarring bij het publiek te duchten is. Ook neemt Kenco terzake de urban greenstore Apeldoorn met de toevoeging Apeldoorn, onvoldoende afstand van de handelsnaam van [eiser]. Kenco zal op grond van het voorgaande dan ook het gebruik van de op de handelsnaam van [eiser] gelijkende handelsnamen moeten staken omdat dit gebruik in strijd is met het eerdere gebruik van de handelsnaam door [eiser]. De vorderingen van [eiser] die gebaseerd zijn op de inbreuk op het handelsnaamrecht van [eiser] zullen dan ook worden toegewezen.
4.8.
Nu de vorderingen op grond van inbreuk op de handelsnaam van [eiser] zullen worden toegewezen, behoeft de andere door [eiser] aangevoerde grondslag, merkinbreuk, geen bespreking meer. Het toe- of afwijzen van deze vorderingen zal feitelijk immers niet tot een ander gevolg kunnen leiden.
4.9.
De termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv zal op zes maanden worden gesteld.
4.10.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt.
4.11.
Kenco zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Kenco heeft betwist dat alle door [eiser] opgevoerde kosten redelijk zijn, met name dat de advocaat van [eiser] in totaal bijna 11 declarabele uren heeft opgevoerd voor het opstellen van de dagvaarding en in totaal 9 uren voor overige werkzaamheden, terwijl er tussen de advocaten van partijen en tussen de advocaat van [eiser] en Kenco geen communicatie is geweest en er ook geen onderhandelingen zijn gevoerd. Nu de door de advocaat van [eiser] opgevoerde kosten blijkens het per fax van 5 februari 2015 ingezonden overzicht, de indicatietarieven voor IE zaken niet te boven gaan (de advocaat komt exclusief de mondelinge behandeling uit op een bedrag van € 4.699,90 en vordert in de dagvaarding € 6.000,00), is er voldoende aanleiding om aansluiting te zoeken bij de indicatietarieven voor IE zaken voor een eenvoudig kort geding. De kosten aan de zijde van [eiser] worden dan ook begroot op:
- dagvaarding € 82,63
- griffierecht 285,00
- salaris advocaat 6.000,00
Totaal € 6.367,63
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Kenco om binnen vijf werkdagen na de datum van dit vonnis iedere inbreuk op het handelsnaamrecht van [eiser] te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden en in het bijzonder ieder gebruik van de handelsnaam Urban Green Store en van iedere andere handelsnaam die identiek is aan of slechts in geringe mate afwijkt van de handelsnaam van [eiser], zowel offline als online, te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden,
5.2.
veroordeelt Kenco om binnen vijf werkdagen na de datum van dit vonnis de handelsnamen urban-greenstore en urban greenstore Apeldoorn te (doen) verwijderen uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en verwijderd te (doen) houden,
5.3.
veroordeelt Kenco om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 2.500,00 voor iedere keer dat zij niet aan de in 5.1 en/of 5.2 uitgesproken hoofdveroordelingen voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.4.
bepaalt op grond van artikel 1019i Rv de termijn waarop een bodemprocedure aanhangig wordt gemaakt op zes maanden,
5.5.
veroordeelt Kenco in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 6.367,63, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de proceskosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.6.
veroordeelt Kenco in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Kenco niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2015.
Coll. MBR