BNB 2015/174
Waarde van verhuurde woningen waarop huurbescherming van toepassing is. Leegwaarderatio onverbindend als uitkomst in betekenende mate afwijkt van werkelijke waarde op WOZ-waardepeildatum
HR 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:812, m.nt. E.J.W. Heithuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 april 2015
- Magistraten
Mrs. Koopman, Van den Berge, Schaap, Fierstra, Wortel
- Zaaknummer
13/04247
- Conclusie
A-G Hammerstein
- Noot
E.J.W. Heithuis
- Bronvindplaats
(Kamerstukken II 1999/2000, 26 727, nr. 7, blz. 263).
- JCDI
JCDI:ADS921499:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Waardering onroerende zaken (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:812, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑04‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2574, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑12‑2014
- Wetingang
Art. 5.20 lid 3 Wet IB 2001; art. 17a Uitv.besl. IB 2001
Essentie
Waarde van verhuurde woningen waarop huurbescherming van toepassing is. Leegwaarderatio onverbindend als uitkomst in betekenende mate afwijkt van werkelijke waarde op WOZ-waardepeildatum
Samenvatting
Tot de grondslag van het box 3-inkomen voor het jaar 2010 van belanghebbende behoren vijf door hem verhuurde woningen. De huurders genieten huurbescherming. Voor de berekening van de rendementsgrondslag is de waarde van de woningen gesteld op de voor het kalenderjaar vastgestelde waarde volgens de Wet WOZ, vermenigvuldigd met de in het Uitvoeringsbesluit IB 2001 opgenomen leegwaarderatio. Belanghebbende stelt dat de wettelijke regeling voor verhuurde woningen waarop huurbescherming van toepassing is onredelijk uitpakt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.