Inhoudsopgave
NJB 2019/686:Stelplicht, bewijslastverdeling en de civiele vordering van de benadeelde partij in het strafproces
NJB 2019/686
Stelplicht, bewijslastverdeling en de civiele vordering van de benadeelde partij in het strafproces
Documentgegevens:
Ilou Felix & Alexander Schild, datum 01-04-2019
- Datum
01-04-2019
- Auteur
Ilou Felix & Alexander Schild1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS35886:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Om de vraag te beoordelen of een verdachte schadeplichtig is naar burgerlijk recht, moet de strafrechter in het strafproces zijn ‘civiele bril’ opzetten. De Hoge Raad heeft overwogen dat in de voegingsprocedure de regels van stelplicht en bewijslastverdeling in civiele zaken gelden, en niet de bewijs(minimum)regels van het Wetboek van Strafvordering. De voegingsprocedure functioneert echter in hoge mate als een schadebegrotingsprocedure. Het past bij de aard van deze procedure te aanvaarden dat de benadeelde partij een onderbouwingsplicht heeft. Het vasthouden aan de civiele regels voor stelplicht en bewijslastverdeling lijkt daarnaast niet zinvol.
Inleiding
De vordering van de benadeelde partij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.