Het voorlopig getuigenverhoor
Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/228:228 Uitgangspunt blijft toewijzing, ook na verruiming
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/228
228 Uitgangspunt blijft toewijzing, ook na verruiming
Documentgegevens:
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS452227:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
A-G Huydecoper in zijn conclusie voor HR 21 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BF3938, NJ 2008, 608 en JBPr 2009, 12, m.nt. E.F. Groot (Udo/Renault).
Kamerstukken II 2011-12, 33 079, nr. 3, p. 4 en 13 (MvT).
A-G Huydecoper in zijn conclusie voor HR 21 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BF3938, NJ 2008, 608 en JBPr 2009, 12, m.nt. E.F. Groot (Udo/Renault).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ook na de uitbreiding van de afwijzingsgronden blijft het uitgangspunt dat een aan de wettelijke eisen voldoend verzoek in beginsel moet worden toegewezen overeind. Immers, het voorlopig getuigenverhoor is een door de wet gegeven bevoegdheid die moet kunnen worden benut door partijen.1 Bovendien past dit systeem in de trend dat partijen in een zo vroeg mogelijk stadium volledige openheid van zaken geven en in de gelegenheid zijn om (het bewijs van) de relevante feiten te kennen, ter bevordering van een goed, vlot en efficiënt verloop van een procedure (zie par. 1.1). Ten slotte heeft de minister nog recent impliciet zijn instemming aan dit in de rechtspraak ontwikkelde systeem verleend, door daarvoor ook te kiezen bij het opvragen van bescheiden.2 Huydecoper gaf in 2008 aan dat, hoewel toewijzing van het verzoek het uitgangspunt blijft en daarom de ruimte voor afwijzing ondanks de verruiming beperkt blijft, de praktijk wél in ruime mate van de geboden ruimte gebruik leek te maken.3