Einde inhoudsopgave
Wijzigingswet Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen (opnemen grondslag voor uitvoering door Pensioen- en Uitkeringsraad en Sociale verzekeringsbank van Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië en besluit van de Luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië van 5 november 1946)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
17-12-2014, Stb. 2014, 583 (uitgifte: 30-12-2014, kamerstukken: 34061)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2014, Stb. 2014, 584 (uitgifte: 30-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
Wet van 17 december 2014 tot wijziging van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen in verband met het opnemen van een grondslag voor de uitvoering door de Pensioen- en Uitkeringsraad en de Sociale verzekeringsbank van de Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië en het besluit van de Luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië van 5 november 1946 (Indisch Staatsblad 1946, 118)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de continuïteit en de kwaliteit van de dienstverlening aan gerechtigden te waarborgen en daartoe in de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen een grondslag op te nemen voor de uitvoering door de Pensioen- en Uitkeringsraad en de Sociale verzekeringsbank van de Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië en het besluit van de Luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië van 5 november 1946 (Indisch Staatsblad 1946, 118);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: