Einde inhoudsopgave
Wet op de jeugdhulpverlening
Artikel 44a
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2003
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gecorrigeerd via een verbeterblad (Stb. 2003, 195). Inwerkingtreding voorheen: 01-05-2003.
- Bronpublicatie:
26-09-2002, Stb. 2002, 515 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 27842)
- Inwerkingtreding
01-06-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-05-2003, Stb. 2003, 195 (uitgifte: 01-01-2003, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onverminderd het tweede lid en artikel 44b bewaren een uitvoerder en een plaatsende instantie bescheiden die deze met betrekking tot de jeugdige onder zich hebben gedurende tien jaren, te rekenen van het tijdstip waarop zij zijn vervaardigd, of zoveel langer als redelijkerwijs in verband met een zorgvuldige hulpverlening noodzakelijk is.
2.
Een advies- en meldpunt kindermishandeling en een instelling bewaren de bescheiden tot het jongste kind van het gezin waartoe de minderjarige behoort en met welk gezin het advies- en meldpunt kindermishandeling of de instelling bemoeienis heeft gehad, meerderjarig is geworden, een en ander voor zover aannemelijk gemaakt kan worden dat het bewaren van de bescheiden een bijdrage kan leveren aan het beëindigen van een mogelijke situatie van kindermishandeling of van belang kan zijn voor een situatie waarin een maatregel met betrekking tot het gezag over een minderjarige overwogen dient te worden.