Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
De Woo voorziet in artikel 3.3, vijfde lid, onderdeel a, in een uitzondering op de hoofdregel dat ontwerpregelingen waarover advies wordt gevraagd aan de Afdeling advisering van de Raad van State, zo snel mogelijk maar uiterlijk binnen een termijn van twee weken actief openbaar worden gemaakt. Deze uitzondering geldt tevens voor de openbaarmaking van het uitgebrachte advies, waarvoor als hoofdregel eveneens een tweewekentermijn geldt (deze hoofdregel vloeit thans voort uit artikel 10.2b Woo, dat voorziet in overgangsrecht zolang artikel 3.3, tweede lid, Woo inzake actieve openbaarmaking nog niet in werking is getreden). De mogelijkheid om de openbaarmaking uit te stellen is uitsluitend bedoeld voor situaties waarin openbaarmaking conform de tweewekentermijn afbreuk zou doen aan een met de regeling beoogd doel. In de parlementaire geschiedenis van de Woo genoemde voorbeelden zijn de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius en fiscale wetten die anticiperend gedrag kunnen uitlokken. Een dergelijke situatie zal zich slechts in uitzonderlijke gevallen voordoen.
De beslissing om de openbaarmaking van de genoemde stukken uit te stellen behoort primair tot de verantwoordelijkheid van de betrokken bewindspersoon. Van belang is dat aan deze beslissing een zorgvuldige afweging voorafgaat. Daarbij dient afstemming plaats te vinden met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Voor het voorstel aan de ministerraad om deze uitzondering uit de Woo toe te passen kan worden volstaan met het ontwerp van de brief van de verantwoordelijke minister aan de vice-president van de Raad van State waarin gemotiveerd kennis wordt gegeven van de uitgestelde openbaarmaking. Deze brief wordt in concept aan de ministerraad voorgelegd.
Artikel 3.3, vijfde lid, onder a, Woo is eveneens van toepassing op eventuele adviesaanvragen voorafgaand aan adviesaanvragen aan de Afdeling advisering. In die fase is geen instemming van de ministerraad noodzakelijk. In dergelijke gevallen zal echter als genoemde bepaling aan de orde is, terughoudend worden omgegaan met andere formele adviesaanvragen dan het wettelijk verplichte advies van de Afdeling advisering.