Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 8
Artikel 1420 [Opvolgend vervoer]
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2005
- Bronpublicatie:
07-04-2005, Stb. 2005, 250 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken: 28946)
- Inwerkingtreding
01-06-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-05-2005, Stb. 2005, 251 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
In de gevallen dat het vervoer wordt beheerst door artikel 1344 en dat het bewerkstelligd moet worden achtereenvolgens door verschillende vervoerders, is elke vervoerder die reizigers, bagage of andere zaken aanneemt onderworpen aan de in deze titel gegeven bepalingen; hij wordt aangemerkt als één der partijen die de vervoerovereenkomst hebben gesloten voor zover die overeenkomst betrekking heeft op het deel van het vervoer, dat onder zijn toezicht is bewerkstelligd.
2.
In geval van zodanig vervoer hebben de reiziger of enige andere persoon die een van deze afgeleid recht heeft op schadevergoeding enkel verhaal op de vervoerder, die het vervoer heeft bewerkstelligd gedurende hetwelk het ongeval of de vertraging plaats vond, behalve in het geval dat de eerste vervoerder bij uitdrukkelijk beding de aansprakelijkheid voor het gehele vervoer op zich heeft genomen.
3.
Indien het bagage en andere zaken betreft kan de reiziger respectievelijk de afzender de eerste vervoerder aanspreken; de reiziger of de geadresseerde die het recht op afgifte heeft of de reiziger heeft verhaal tegen de laatste vervoerder; zij kunnen daarenboven de vervoerder aanspreken die het vervoer heeft bewerkstelligd gedurende hetwelk de vernieling, het verlies, de beschadiging of de vertraging plaats had. Deze vervoerders zijn hoofdelijk aansprakelijk tegenover de reiziger, de afzender en de geadresseerde.