Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.14.5 Maximum garantstelling
Geldend
Geldend van 29-04-2020 tot 01-07-2025
- Bronpublicatie:
23-04-2020, Stcrt. 2020, 23929 (uitgifte: 28-04-2020, regelingnummer: WJZ/ 20095811)
- Inwerkingtreding
29-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-2020, Stcrt. 2020, 23929 (uitgifte: 28-04-2020, regelingnummer: WJZ/ 20095811)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De garantstelling heeft uitsluitend betrekking op een bankgarantie waarbij de door een financier ten laste van een ondernemer afgegeven bankgarantie niet minder bedraagt dan € 250.000.
2.
De garantstelling heeft uitsluitend betrekking op een bankgarantie waarbij de aan de ondernemer of, indien de ondernemer deel uitmaakt van een groep, aan de groep verstrekte bankgarantiefaciliteit tezamen met
- a.
een of meer bankgarantiefaciliteiten, of
- b.
het nog niet afgeloste deel van een of meer leningen als bedoeld in de artikelen 3.13.2, 3.13a.2 en 3.13b.2
die door een financier met toepassing van dit hoofdstuk aan de ondernemer onderscheidenlijk de groep is of zijn verstrekt of gelijktijdig wordt of worden verstrekt niet meer bedraagt dan € 150.000.000.