Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht
Artikel 65 Beslissing inzake de geldigheid van een octrooi
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2023
- Bronpublicatie:
19-02-2013, Trb. 2016, 1 (uitgifte: 18-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-02-2013, Trb. 2013, 92 (uitgifte: 30-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2023, Trb. 2023, 98 (uitgifte: 16-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-08-2023, Trb. 2023, 98 (uitgifte: 16-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Het Gerecht beslist over de geldigheid van een octrooi op grond van een vordering tot nietigverklaring of een reconventionele vordering tot nietigverklaring.
2.
Het Gerecht kan een octrooi uitsluitend op de in artikel 138, eerste lid, en artikel 139, tweede lid, van het EOV genoemde gronden geheel of gedeeltelijk nietig verklaren.
3.
Onverminderd artikel 138, derde lid, van het EOV wordt het octrooi, indien de nietigheidsgronden het octrooi slechts deels raken, door middel van een overeenkomstige wijziging van de conclusies beperkt en gedeeltelijk nietig verklaard.
4.
Voor zover een octrooi nietig is verklaard, wordt het geacht van aanvang af niet de in de artikelen 64 en 67 van het EOV bedoelde werking te hebben gehad.
5.
Indien het Gerecht bij een eindbeslissing een octrooi geheel of gedeeltelijk nietig verklaart, zendt het een afschrift van de beslissing naar het Europees Octrooibureau en, in geval van een Europees octrooi, naar het nationaal octrooibureau van elke desbetreffende overeenkomstsluitende lidstaat.