NJ 1950/253
HR, 17-03-1950
HR 17-03-1950, ECLI:NL:HR:1950:30
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 maart 1950
- Magistraten
Mrs Donner, Hijink, Losecaat Vermeer, Smits en Feber
- Zaaknummer
[17031950/NJ_1950-253]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS133875:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1950:30, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑03‑1950
- Wetingang
(Rv art. 343-358.)
Samenvatting
Art. 134 Rv. is ingevolge art. 347 ook in hoger beroep toepasselijk.
Een dagvaarding in hoger beroep beantwoordt alleen dan aan den eis van in te houden een duidelijke en bepaalde conclusie, indien zij niet slechts strekt tot vernietiging van het beroepen vonnis, doch daarin tevens is uitgedrukt, welke beslissing volgens den appellant na deze vernietiging t.a.v. de in 1en aanleg berechte vordering door den appèl-rechter moet worden genomen.
Partij(en)
J. B. van Vliet, te ‘s-Gravenhage, eiser tot cassatie van een door het Gerechtshof aldaar op 12 Mei 1949 tussen partijen gewezen arrest, adv. Mr G. A. Fijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.