Einde inhoudsopgave
Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten Generaal 2021
Artikel 11.1 Aanwijzing van kabinets(in)formateurs
Geldend
Geldend vanaf 26-10-2023
1.
De Kamer beraadslaagt na aanvang van een nieuwe zitting zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk na een week, over de verkiezingsuitslag. Het doel van de beraadslaging is een of meer informateurs onderscheidenlijk formateurs aan te wijzen en de door hen uit te voeren opdracht vast te stellen. Indien dat doel niet in de vergadering wordt bereikt, besluit de Kamer daarover zo spoedig mogelijk in een volgende vergadering.
2.
De Kamer stelt bij de aanwijzing van de informateurs of formateurs een termijn vast, waarbinnen de uit te voeren opdracht moet zijn afgerond. De termijn kan niet worden verlengd.
3.
Indien een informatieopdracht binnen de termijn, bedoeld in het tweede lid, wordt afgerond, formuleert de Kamer in beginsel binnen een week na de dag van afronding een formatieopdracht, en wijst zij voor de uitvoering daarvan een of meer formateurs aan.
4.
Indien de aangewezen informateurs of formateurs hun opdracht binnen de termijn, bedoeld in het tweede lid, teruggeven, of zij niet binnen die termijn hun opdracht hebben afgerond, formuleert de Kamer in beginsel binnen een week na de dag van teruggave onderscheidenlijk na de dag van het verstrijken van de termijn een nieuwe opdracht, en wijst zij voor de uitvoering daarvan een of meer informateurs of formateurs aan.
5.
De aanwijzing van een informateur of formateur vindt plaats onder toepassing van de artikelen 8.25 tot en met 8.30.
6.
Na een tussentijdse val van het kabinet kan de Kamer beraadslagen over de wenselijkheid of richting van een nieuwe kabinetsformatie. Het eerste tot en met vijfde lid is dan van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de termijn, bedoeld in het tweede lid, ten hoogste drie weken kan bedragen.