Richtlijn 2007/6/EG tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde metrafenon, Bacillus subtilis, spinosad en thiamethoxam op te nemen als werkzame stoffen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2007
- Bronpublicatie:
14-02-2007, PbEU 2007, L 43 (uitgifte: 15-02-2007, regelingnummer: 2007/6/EG)
- Inwerkingtreding
01-02-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-2007, PbEU 2007, L 43 (uitgifte: 15-02-2007, regelingnummer: 2007/6/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
(Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn van de Commissie van 14 februari 2007 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde metrafenon, Bacillus subtilis, spinosad en thiamethoxam op te nemen als werkzame stoffen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Het Verenigd Koninkrijk heeft op 4 juni 2002 overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van BASF AG, Belgium een aanvraag ontvangen tot opneming van de werkzame stof metrafenon in bijlage I bij die richtlijn. Bij Beschikking 2003/105/EG van de Commissie (2) is bevestigd dat het dossier ‘volledig’ is, dat wil zeggen dat het in beginsel voldoet aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG.
- (2)
Duitsland heeft op 19 april 2000 overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van AgraQuest een aanvraag ontvangen tot opneming van de werkzame stof Bacillus subtilis stam QST 713 (hierna ‘Bacillus subtilis’ genoemd) in bijlage I bij die richtlijn. Bij Beschikking 2001/6/EG van de Commissie (3) is bevestigd dat het dossier ‘volledig’ is, dat wil zeggen dat het in beginsel voldoet aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG.
- (3)
Nederland heeft op 19 juli 1999 overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van Dow Agro-Sciences een aanvraag ontvangen tot opneming van de werkzame stof spinosad in bijlage I bij die richtlijn. Bij Beschikking 2000/210/EG van de Commissie (4) is bevestigd dat het dossier ‘volledig’ is, dat wil zeggen dat het in beginsel voldoet aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG.
- (4)
Spanje heeft op 17 maart 1999 overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG een aanvraag van Novartis Crop Protection AG (nu Syngenta) ontvangen tot opneming van de werkzame stof thiamethoxam in bijlage I bij die richtlijn. Bij Beschikking 2000/181/EG van de Commissie (5) is bevestigd dat het dossier ‘volledig’ is, dat wil zeggen dat het in beginsel voldoet aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG.
- (5)
De uitwerking van deze werkzame stoffen op de gezondheid van de mens en op het milieu is overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG beoordeeld voor de door de aanvragers voorgestelde toepassingen. De aangewezen rapporterende lidstaten hebben op 31 oktober 2003 (metrafenon) bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en op 15 mei 2001 (Bacillus subtilis), 5 maart 2001 (spinosad) respectievelijk 21 januari 2002 (thiamethoxam) bij de Commissie ontwerp-evaluatieverslagen over de stoffen ingediend.
- (6)
Voor metrafenon is het evaluatieverslag door de lidstaten en de EFSA in haar werkgroep Evaluatie intercollegiaal getoetst en op 18 januari 2005 bij de Commissie ingediend in de vorm van het wetenschappelijk verslag van de EFSA voor metrafenon (6). Dit verslag is door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Voor Bacillus subtilis, spinosad en thiamethoxam zijn de ontwerp-evaluatieverslagen door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Het onderzoek is op 14 juli 2006 afgesloten met de evaluatieverslagen van de Commissie voor metrafenon, Bacillus subtilis, spinosad en thiamethoxam.
- (7)
Uit de verschillende analysen is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), en artikel 5, lid 3, van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in de evaluatieverslagen van de Commissie. Metrafenon, Bacillus subtilis, spinosad en thiamethoxam moeten derhalve in bijlage I bij die richtlijn worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn.
- (8)
Onverminderd de verplichtingen zoals vastgelegd in Richtlijn 91/414/EEG ten gevolge van de opneming van een werkzame stof in bijlage I, moeten de lidstaten na de opneming zes maanden de tijd krijgen om de bestaande voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die metrafenon, Bacillus subtilis, spinosad of thiamethoxam bevatten, opnieuw te onderzoeken en ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden van Richtlijn 91/414/EEG, met name in artikel 13 en bijlage I, is voldaan. De lidstaten moeten de bestaande voorlopige toelatingen omzetten in volwaardige toelatingen, wijzigen of intrekken overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn. In afwijking van bovenstaande termijn moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en beoordeling van het volledige dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG voor elk gewasbeschermingsmiddel en elk beoogd gebruik overeenkomstig de in die richtlijn vastgestelde uniforme beginselen.
- (9)
Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
- (10)
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/136/EG van de Commissie (PB L 349 van 12.12.2006, blz. 42).
PB L 43 van 18.2.2003, blz. 45.
PB L 2 van 5.1.2001, blz. 25.
PB L 64 van 11.3.2000, blz. 24.
PB L 57 van 2.3.2000, blz. 35.
EFSA Scientific Report (2006)58, 1–72, Conclusion regarding the peer review of the pesticide risk assessment of the active substance metrafenone (afgerond: 13 januari 2006).