Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/57/EU betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik
Artikel 10 Rechtsmacht
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/57/EU)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 2014/57/EU)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om zijn rechtsmacht te vestigen ten aanzien van de in de artikelen 3 tot en met 6 bedoelde strafbare feiten indien het strafbare feit is gepleegd:
- a)
geheel of gedeeltelijk op het eigen grondgebied, of
- b)
door een van de eigen onderdanen, in elk geval voor zover het feit waar het gepleegd is, een strafbaar feit uitmaakt.
2.
Een lidstaat stelt de Commissie in kennis van zijn besluit om zijn rechtsmacht tevens te vestigen ten aanzien van strafbare feiten als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 6 die buiten zijn grondgebied zijn gepleegd, indien:
- a)
de dader zijn vaste woon- of verblijfplaats op zijn grondgebied heeft, of
- b)
het strafbare feit is gepleegd in het voordeel van een op zijn grondgebied gevestigde rechtspersoon.