NJ 1939/754
Vervolg van H. R. 11 Maart 1937, 1937 n°. 989, waarbij het vonnis der Rechtb., o. a. wegens het niet inhouden van de gronden van de beslissing op het incidenteel appèl, is vernietigd, met verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof. Was het hooger beroep in zijn vollen omvang aan ‘s Hofs oordeel onderworpen? Hof: ja; H. R.: neen. Adv.-Gen.: ja.
HR 22-12-1938, ECLI:NL:HR:1938:37, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 december 1938
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, van Gelein Vitringa, Fick, Nypels, Meckmann
- Zaaknummer
[22121938/NJ_1939-754]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- JCDI
JCDI:ADS131098:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:37, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑12‑1938
- Wetingang
Essentie
Vervolg van H. R. 11 Maart 1937, 1937 n°. 989, waarbij het vonnis der Rechtb., o. a. wegens het niet inhouden van de gronden van de beslissing op het incidenteel appèl, is vernietigd, met verwijzing van de zaak naar het Gerechtshof. Was het hooger beroep in zijn vollen omvang aan ‘s Hofs oordeel onderworpen? Hof: ja; H. R.: neen. Adv.-Gen.: ja.
Samenvatting
Wat het principiaal appèl betreft, heeft de Hooge Raad het beweerde gebrek in de motiveering niet aanwezig geacht, zoodat dit gedeelte van het vonnis van den Kantonrechter kracht van gewijsde verkreeg en, na verwijzing der zaak, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.