Einde inhoudsopgave
Wet College voor de rechten van de mens
Artikel 6 [Inlichtingen en bescheiden]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2012
- Bronpublicatie:
24-11-2011, Stb. 2011, 573 (uitgifte: 06-12-2011, kamerstukken: 32467)
- Inwerkingtreding
01-10-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-09-2012, Stb. 2012, 414 (uitgifte: 20-09-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Veiligheid en Justitie
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Staatsrecht / Grondrechten
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Het College en daartoe door het College aangewezen personen kunnen alle inlichtingen en bescheiden vorderen die voor de vervulling van de taak van het College redelijkerwijs nodig zijn.
2.
Een ieder is verplicht de ingevolge het eerste lid gevorderde inlichtingen en bescheiden volledig en naar waarheid te verstrekken, een en ander op de wijze en binnen de termijn door of namens het College vast te stellen.
3.
Het tweede lid geldt niet voor zover het inlichtingen en bescheiden betreft waarvan het verstrekken in strijd is met het belang van de nationale veiligheid, dan wel een schending van een ambts- of beroepsgeheim met zich brengt. Voorts geldt deze verplichting niet, indien een persoon daardoor of zichzelf of een van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in de tweede of de derde graad of zijn echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeling ter zake van een misdrijf zou blootstellen.