Einde inhoudsopgave
Ambtsinstructie commissaris van de Koning
Artikel 7a [Ontslagprocedure burgemeester]
Geldend
Geldend vanaf 25-08-2004
- Bronpublicatie:
21-07-2004, Stb. 2004, 406 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-08-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-07-2004, Stb. 2004, 406 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De commissaris ziet toe op een ordelijk verloop van de procedure met betrekking tot het ontslag van een burgemeester.
2.
De commissaris onderzoekt de mogelijkheid of een gerezen conflict tussen de raad en de burgemeester kan worden opgelost.
3.
Ingeval van een mogelijke verstoorde verhouding tussen de burgemeester en de raad adviseert de commissaris op diens verzoek Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ter voorbereiding van het oordeel als bedoeld in artikel 46a, eerste lid, onder b, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters.
4.
Na de ontvangst van de aanbeveling inzake het ontslag van de burgemeester zendt de commissaris deze door naar Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vergezeld van zijn advies daarover. Tevens rapporteert de commissaris over zijn bevindingen met betrekking tot de inhoud en het verloop van de procedure. Daarbij gaat hij in op zijn overleg met de raad.