Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/816 tot invoering van een gecentraliseerd systeem voor de vaststelling welke lidstaten over informatie beschikken inzake veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen (Ecris-TCN) ter aanvulling van het Europees Strafregisterinformatiesysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726
Artikel 8 Bewaringstermijn van opgeslagen gegevens
Geldend
Geldend vanaf 03-08-2021
- Bronpublicatie:
07-07-2021, PbEU 2021, L 249 (uitgifte: 14-07-2021, regelingnummer: 2021/1151)
- Inwerkingtreding
03-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2021, PbEU 2021, L 249 (uitgifte: 14-07-2021, regelingnummer: 2021/1151)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Rechtsbescherming
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Elk gegevensbestand wordt in het centrale systeem en het CIR opgeslagen zolang de gegevens over de veroordelingen van de betrokkene in het strafregister worden opgeslagen.
2.
Na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde bewaringstermijn wist de centrale autoriteit van de lidstaat van veroordeling het gegevensbestand, met inbegrip van vingerafdrukgegevens, gezichtsopnamen of markeringen als bedoeld in artikel 5, lid 1, punt c), onverwijld uit het centrale systeem en het CIR. Indien de gegevens betreffende een veroordeling wegens een terroristisch misdrijf of een ander strafbaar feit als bedoeld in artikel 5, lid 1, punt c), uit het nationale strafregister worden gewist, maar informatie over andere veroordelingen van dezelfde persoon wordt bewaard, wordt alleen de in artikel 5, lid 1, punt c), bedoelde markering uit het gegevensbestand verwijderd. Deze wissing gebeurt waar mogelijk automatisch en in ieder geval uiterlijk één maand na het verstrijken van de bewaringstermijn.
3.
De in artikel 5, lid 1, punt c), bedoelde markeringen worden automatisch gewist wanneer de in lid 1 van dit artikel bedoelde bewaringstermijn verstrijkt, of uiterlijk 25 jaar na het aanbrengen van de markering wat betreft veroordelingen in verband met terroristische misdrijven, dan wel uiterlijk 15 jaar na het aanbrengen van de markering wat betreft veroordelingen in verband met andere strafbare feiten, naargelang wat zich het eerst voordoet.