Einde inhoudsopgave
Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
28-10-2020, Stb. 2020, 442 (uitgifte: 13-11-2020, kamerstukken: 35106)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2020, Stb. 2020, 513 (uitgifte: 14-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
1.
De raad is bevoegd een onderzoek in te stellen naar:
- a.
voorvallen op, boven of onder het grondgebied van Nederland met inbegrip van wateren onder Nederlandse jurisdictie;
- b.
voorvallen op, boven of onder het grondgebied van Aruba, Curaçao of Sint Maarten met inbegrip van wateren onder Arubaanse, Curaçaose of Sint-Maartense jurisdictie, indien de raad door de regering van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten om een onderzoek daarnaar wordt verzocht;
- c.
voorvallen waarbij een Nederlands zeeschip op volle zee of in wateren onder andere dan Nederlandse jurisdictie is betrokken;
- d.
voorvallen waarbij een ro-ro-passagiersschip of een hogesnelheidspassagiersvaartuig op volle zee is betrokken dat het laatst een haven in Nederland heeft aangedaan;
- e.
voorvallen waarbij een Nederlands luchtvaartuig is betrokken boven volle zee of in het buitenland;
- f.
voorvallen waarbij een Arubaans, Curaçaos of Sint-Maartens zeeschip is betrokken op volle zee of in wateren onder andere dan Arubaanse, Curaçaose of Sint-Maartense jurisdictie, indien de raad door de regering van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten om een onderzoek daarnaar wordt verzocht;
- g.
voorvallen waarbij een Arubaans, Curaçaos of Sint-Maartens luchtvaartuig is betrokken boven volle zee of in het buitenland, indien de raad door de regering van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten om een onderzoek daarnaar wordt verzocht.
2.
De bevoegdheid tot onderzoek strekt zich tevens uit tot:
- a.
de wijze waarop in Nederland is omgegaan met de gevolgen van voorvallen in het buitenland waarvan de gevolgen zich uitstrekken tot het grondgebied van Nederland met inbegrip van wateren onder Nederlandse jurisdictie;
- b.
de wijze waarop in Aruba, Curaçao of Sint Maarten is omgegaan met de gevolgen van voorvallen in het buitenland waarvan de gevolgen zich uitstrekken tot het grondgebied van Aruba, Curaçao of Sint Maarten met inbegrip van wateren onder Arubaanse, Curaçaose of Sint-Maartense jurisdictie, indien de raad door de regering van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten om een onderzoek daarnaar wordt verzocht;
- c.
het omgaan met de gevolgen van de voorvallen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, c, d en e;
- d.
het omgaan met de gevolgen van de voorvallen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b, f en g, indien de raad door de regering van Aruba, Curaçao onderscheidenlijk Sint Maarten om een onderzoek naar die voorvallen wordt verzocht.
3.
De raad is overigens bevoegd een onderzoek in te stellen naar voorvallen en het omgaan met de gevolgen van voorvallen, voor zover het betreft voorvallen waarbij betrokken is een zaak of een persoon, in gebruik bij onderscheidenlijk in de uitoefening van een functie ten behoeve van:
- a.
Onze Minister van Defensie;
- b.
een buitenlandse krijgsmacht, indien het voorval plaatsvond op of boven het grondgebied van het Koninkrijk, met inbegrip van de territoriale zee en het bij het grondgebied behorende continentaal plat, alsmede voor zover het een voorval met een luchtvaartuig betreft, indien het voorval plaatsvond binnen het vluchtinformatiegebied Curaçao, voor zover dit vluchtinformatiegebied niet omvat gebieden of wateren, behorend tot de jurisdictie van een andere staat.
4.
De raad is overigens ook bevoegd een onderzoek in te stellen naar voorvallen en het omgaan met de gevolgen van voorvallen, voor zover het betreft voorvallen waarbij betrokken is een zaak of een persoon, in gebruik bij onderscheidenlijk in de uitoefening van een functie ten behoeve van een organisatie waarvan het beheer is opgedragen aan Onze Minister van Defensie.