Einde inhoudsopgave
Besluit voorkoming verontreiniging door schepen
Artikel 25 Bijzondere verlengingen van de geldigheidsduur
Geldend
Geldend vanaf 08-09-2017
- Bronpublicatie:
23-08-2011, Stb. 2011, 435 (uitgifte: 11-10-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-09-2017, Stb. 2017, 333 (uitgifte: 08-09-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Waterrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Indien een schip zich op het tijdstip waarop een certificaat zijn geldigheid verliest, niet in een haven bevindt waar een hernieuwd onderzoek kan plaatsvinden, kan Onze Minister de geldigheidsduur van het certificaat met ten hoogste drie maanden verlengen teneinde het schip in staat te stellen zijn reis naar de haven waar het zal worden onderzocht, te voltooien. Het schip verlaat die haven vervolgens niet zonder nieuw certificaat.
2.
Onze Minister kan de geldigheidsduur van een certificaat dat is afgegeven ten behoeve van een schip dat korte reizen maakt, met ten hoogste een maand verlengen.
3.
In een geval als bedoeld in het eerste of tweede lid wordt na de voltooiing van het hernieuwde onderzoek de geldigheidsduur van het nieuwe certificaat bepaald aan de hand van de oorspronkelijke vervaldatum van het bestaande certificaat.
4.
Indien na de voltooiing van een hernieuwd onderzoek het nieuwe certificaat niet voor de vervaldatum van het bestaande certificaat kan worden afgegeven of aan het schip kan worden verstrekt, kan degene die het onderzoek heeft uitgevoerd daarvan een aantekening plaatsen op het bestaande certificaat. In dat geval wordt het bestaande certificaat nog als geldig aangemerkt voor een tijdvak van ten hoogste vijf maanden na zijn vervaldatum.
5.
Onze Minister kan de geldigheidsduur van een certificaat, bedoeld in artikel 23, vierde lid, verlengen tot een datum die is gelegen vijf jaren na de afgiftedatum van het certificaat, met dien verstande dat:
- a.
de geldigheidsduur van een certificaat als bedoeld in artikel 12, eerste, tweede en vierde lid, alleen kan worden verlengd na voltooiing van een tussentijds of jaarlijks onderzoek als bedoeld in Bijlage I, II en VI van het Verdrag; en
- b.
de geldigheidsduur van een certificaat als bedoeld in artikel 13a alleen kan worden verlengd na voltooiing van een tussentijds onderzoek als bedoeld in de Bijlage bij het Ballastwaterverdrag.