NJ 1946/404
„Desbewust" in art. 13 Octrooiwet.
HR 10-05-1946, ECLI:NL:HR:1946:33
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 mei 1946
- Magistraten
Mrs. Nypels, Sinninghe Damsté, van der Flier, Losecaat Vermeer en Smits
- Zaaknummer
[10051946/NJ_1946-404]
- Conclusie
Mr. Berger
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS108348:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1946:33, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑05‑1946
- Wetingang
(Rijksoctrooiwet 1910 art. 43.)
Essentie
„Desbewust" in art. 13 Octrooiwet.
Samenvatting
Dit beduidt, dat hij die de inbreuk op het octrooi pleegde, wist, dat hij handelde in strijd met het octrooi.
De fictie van het 2e lid van art. 43, waar. door een bewustheid wordt aangenomen, onverschillig of dit in werkelijkheid het geval is, kan niet buiten de wet om worden aangenomen.
Het tweede middel mist feitelijken grondslag.
Beslissing omtrent de kosten.
Partij(en)
a. de N. V. Noord-Hollandsche Asbest-fabriek voorheen J. de Boer & Co, gevestigd te Amsterdam, en 3 anderen, eischers tot cassatie van een tusschen partijen door het Gerechtshof te Amsterdam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.