NJ 1914, p. 497
HR, 30-01-1914
HR 30-01-1914, ECLI:NL:HR:1914:107
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 januari 1914
- Magistraten
Jhr. Mr. S. Laman Trip. Raden: Mrs. A. J. L. Nypels; C. Krabbe; B. C. J. Loder; A. P. L. Nelissen.
- Zaaknummer
[30011914/NJ_1914,_p._497]
- Conclusie
Mr. R. B. Ledeboer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS118783:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1914:107, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑01‑1914
- Wetingang
(BW art. 625.)
Samenvatting
Het door het veroorzaken van veel geraas, sterk gedreun en ernstige trillingen aan iemand hinder toebrengen in het normaal gebruik van zijn eigendom, kan evengoed als de beschadiging der zaak zelve schending van diens eigendomsrecht zijn.
Die schending kan bestaan, ook indien de bepalingen der Hinderwet zijn nagekomen.
De beslissing of zoodanige schending van recht inderdaad heeft plaats gegrepen behoort tot het gebied van den rechter die over de feiten oordeelt.
Het Hof heeft beslist dat, wat eischer tot cassatie slechts schade van belangen acht te zijn, inderdaad óók het genot zelf van den eigendom van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.