RvdW 2015/9
Art. 81 lid 1 RO. Klachtplicht. Art. 6:89, 7:23 BW. Feitelijke grondslag. Onbegrijpelijk oordeel? Bekendheid met het gebrek. Waarheidsplicht, art. 21 Rv.
HR 28-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3451
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 november 2014
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
13/05310
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3451, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1849, Conclusie, Hoge Raad (Procureur-Generaal), 03‑10‑2014
Partij(en)
[eiser], eiser tot cassatie, adv.: mr. H.J.W. Alt,
tegen
[verweerder], verweerder in cassatie, adv.: mr. J.H.M. van Swaaij.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.H. Wissink:
1. Feiten1.
1.1
[verweerder] heeft in 1999 twee percelen grond gekocht, gelegen aan de noordzijde van de autosnelweg A12 bij Veenendaal (hierna: de percelen) voor een koopprijs van circa ƒ 1.000.000 (circa € 450.000). De percelen hebben een agrarische bestemming.
1.2
Nadat hem bekend was geworden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.