RvdW 2017/566
Art. 81 lid 1 RO. Insolventierecht; IPR. Bevoegdheid kennis te nemen van faillissementsverzoek. Toepasselijkheid van Insolventieverordening (‘Centre of Main Interests’) of van art. 2 Fw (plaats van statutaire zetel)? Verbod van terugverwijzing door hof. Toestand van te hebben opgehouden te betalen.
HR 12-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:870
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 mei 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/03435
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Europees insolventierecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:870, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:225, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑2017
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Insolventierecht; IPR. Bevoegdheid kennis te nemen van faillissementsverzoek. Toepasselijkheid van Insolventieverordening (‘Centre of Main Interests’) of van art. 2 Fw (plaats van statutaire zetel)? Verbod van terugverwijzing door hof. Toestand van te hebben opgehouden te betalen.
Partij(en)
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , verzoekster tot cassatie, adv.: mr. J. van Weerden,
tegen
- 1.
Mr. Peter Rudolf Dekker, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van Montemagno B.V., Crescendo Leisure Concepts Holding B.V., LHO Beheer B.V., [A] B.V. en LCG Canada Financial Products 1 B.V., te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.