NJ 1938/573
„Blijkbare wijze" bij art. 461 Sr. bedoeld kan ook door persoonlijke aanzegging worden verwezenlijkt.
HR 03-01-1938, ECLI:NL:HR:1938:178
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 januari 1938
- Magistraten
Mrs. Visser, Taverne, de Menthon Bake, Servatius en van der Meulen
- Zaaknummer
[03011938/NJ_1938_573]
- JCDI
JCDI:ADS130635:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:178, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑01‑1938
- Wetingang
Essentie
„Blijkbare wijze" bij art. 461 Sr. bedoeld kan ook door persoonlijke aanzegging worden verwezenlijkt.
Samenvatting
De grieven, dat aan req. het laatste woord, niet is gegeven, dat zulks niet in het p.v. der terechtzitting is vermeld, dat de inhoud van de verklaringen van verd. niet ter zake is en niet den zakelijken inhoud weergeeft, kunnen niet worden onderzocht; Omdat de daarbij bedoelde verzuimen van vormen niet behooren tot die, welke ingevolge art; 99, lid Z Wet B. O, tot cassatie aanleiding kunnen geven.
Niet is in te zien, waarom de „blijkbare wijze", bij art. 461 Sr. bedoeld,, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.