Regeling detectie radioactief besmet schroot
Bijlage
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2020, Stcrt. 2020, 64380 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Milieurecht / Straling
bij de Regeling detectie radioactief besmet schroot
Deel I. Voorschriften met betrekking tot detectieapparatuur, de wijze van meten en de omstandigheden waaronder de metingen worden verricht
Apparatuur
- 1.
Indien een lading schroot per auto of per trein op de locatie waar de milieubelastende activiteit wordt verricht wordt gebracht, wordt deze lading gemeten met een poortdetector.
- 2.
Indien een lading schroot per schip in bulk wordt aangevoerd, wordt deze lading gemeten:
- a.
met een kraandetector of
- b.
met een poortdetector, nadat de lading schroot is overgeladen in een of meer containers.
Voorschriften met betrekking tot detectoren
Met betrekking tot een detector geldende voorschriften:
- 1.
een detector moet in ieder geval gammastraling kunnen meten;
- 2.
de detectors van een poortdetector vormen een integraal meetsysteem;
- 3.
de horizontale afstand tussen de detectors van een poortdetector bedraagt niet meer dan 6 meter;
- 4.
de detectielimiet van iedere afzonderlijke detector wordt bepaald met toepassing van formule:
detectielimiet = 3,39 × √ achtergrondteltempo (s−1)
- 5.
het alarmniveau van een detector wordt ten hoogste 10 nSv.h−1 ingesteld boven de detectielimiet;
- 6.
de detector is zodanig ingericht en ingesteld, dat het meten van een verhoogd stralingsniveau wordt aangegeven door een akoestisch of visueel signaal;
- 7.
degene die de milieubelastende activiteit verricht, laat minimaal eenmaal per jaar de aanwezige detectoren testen door een deskundig bedrijf op het voldoen aan het onder 6 gestelde voorschrift, waarbij is verzekerd dat een toename van het omgevingsdosisequivalenttempo op enig punt van het oppervlak van een detector met 10 nSv.h−1, veroorzaakt door een stilstaande onafgeschermde Cs-137 bron, ertoe leidt dat het akoestisch of visueel signaal wordt gegeven;
- 8.
indien een afwijking wordt geconstateerd bij de in het voorschrift 7 bedoelde testmeting, zorgt degene die de milieubelastende activiteit verricht, ervoor dat deze zo spoedig mogelijk ongedaan wordt gemaakt;
- 9.
van de bepaling van de detectielimieten en van de testmetingen worden rapportages opgesteld.
Meten van een lading schroot
Meten met een poortdetector geschiedt op de volgende wijze:
- 1.
de te bemeten lading schroot verplaatst zich tijdens het meten met een snelheid van niet hoger dan 10 km/uur tussen de detectoren;
- 2.
de integratietijd tijdens het meten bedraagt niet meer dan 1 seconde.
Meten met een kraandetector geschiedt op de volgende wijze:
- 1.
het stralingsniveau wordt gemeten door iedere greep schroot van een kraan te bemeten, waarbij geen delen schroot zodanig ver uit de grijper mogen steken of hangen dat het stralingsniveau daarvan niet meer gemeten wordt;
- 2.
de integratietijd tijdens het meten bedraagt niet meer dan 1 seconde.
Deel II. Voorschriften met betrekking tot de registratie van meetgegevens
Gegevens per meting
- 1.
Een register als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het besluit, bevat van iedere meting de volgende gegevens:
de datum van de meting;
het tijdstip van de meting;
de meetwaarde van de meting;
soort meetapparatuur waarmee de meting is uitgevoerd met vermelding van de gegevens betreffende merk en type van die apparatuur.
- 2.
Indien bij een meting het alarm is afgegaan, worden voorts de volgende gegevens geregistreerd:
het afgaan van het alarm;
de achtergrondmeetwaarde op het moment van de meting;
het alarmniveau waarop de detector is ingesteld op het moment van de meting;
naam en adres van de leverancier van de gemeten lading schroot;
naam en adres van de vervoerder van de gemeten lading schroot;
plaats en land van herkomst van de gemeten lading schroot;
het kenteken van het transportmiddel waarmee de gemeten lading schroot op de locatie waar de milieubelastende activiteit wordt verricht is gebracht.
- 3.
Bij het meten van schroot met een kraandetector wordt het meten van één greep schroot met een kraan beschouwd als één meting.
- 4.
De registratie is zo ingericht dat de met betrekking tot een meting geregistreerde gegevens in samenhang kunnen worden bezien.
Periode voor het bewaren van de gegevens
De in het register opgenomen gegevens worden gedurende ten minste vijf jaren bewaard.
Rapportages uit deel I
De rapportages, bedoeld in deel I van deze bijlage, worden in het register opgenomen.
Deel III. Vaardigheden en bekwaamheden
Vaardigheden en bekwaamheden
Een aangewezen persoon als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het besluit beschikt over de volgende vaardigheden en bekwaamheden:
- 1.
Aantoonbare kennis van de volgende onderwerpen:
- a.
het begrip ioniserende straling;
- b.
soorten van ioniserende straling;
- c.
grootheden en eenheden met betrekking tot ioniserende straling;
- d.
stralingsbescherming en besmettingsrisico's;
- e.
biologische gevolgen van ioniserende straling;
- f.
soorten apparatuur voor het meten van ioniserende straling;
- g.
uiterlijke kenmerken van objecten met mogelijke stralingsrisico's;
- h.
de Inspectierichtlijn metaal en schroot met radioactieve stoffen d.d. 25 februari 2003.
- 2.
Praktische ervaring met:
- a.
de afstandkwadratenwet;
- b.
de bepaling van de soort ioniserende straling;
- c.
de bepaling van de halveringsdikte;
- d.
het opsporen en detecteren van een gammastralingsbron, onder andere in een opslag- of transportcontainer.
Opleidingen
Als opleidingen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, worden aangewezen:
- a.
‘Praktijkstudiedag Ioniserende Straling voor de Metaal & Schroothandel’, ontwikkeld door de Röntgen Technische Dienst BV (RTD) in samenwerking met SBC/Elsevier opleiding en advies;
- b.
‘Omgaan met radioactiviteit met betrekking tot Metaal- en Schroothandelaren’, ontwikkeld door de Nuclear Research and consultancy Group v.o.f. (NRG).
Met een opleiding als bedoeld in artikel 4, tweede lid, wordt gelijkgesteld een opleiding, gegeven in een andere lidstaat van de Europese Unie, dan wel een staat niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend Verdrag dat Nederland bindt, en die een opleidingsniveau waarborgt dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale eisen wordt nagestreefd.