Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie
Artikel 35 Verzamelen van informatie
Geldend
Geldend vanaf 16-12-2010
- Bronpublicatie:
24-11-2010, PbEU 2010, L 331 (uitgifte: 15-12-2010, regelingnummer: 1095/2010)
- Inwerkingtreding
16-12-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2010, PbEU 2010, L 331 (uitgifte: 15-12-2010, regelingnummer: 1095/2010)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Op verzoek van de Autoriteit verstrekken de bevoegde autoriteiten van de lidstaten aan de Autoriteit alle nodige informatie om de haar bij deze verordening opgedragen verplichtingen uit te voeren, op voorwaarde dat zij rechtens inzage in de desbetreffende informatie kunnen krijgen en dat het verzoek om informatie nodig is gezien de aard van de desbetreffende verplichting.
2.
De Autoriteit kan tevens verzoeken op gezette tijden en volgens gespecificeerde formats informatie te verstrekken. Voor deze verzoeken wordt, waar mogelijk, gebruikgemaakt van gemeenschappelijke formats voor verslaglegging.
3.
Op een naar behoren gerechtvaardigd verzoek van een bevoegde autoriteit van een lidstaat, kan de Autoriteit informatie verstrekken die nodig is om de bevoegde autoriteit in staat te stellen haar taken uit te voeren, overeenkomstig de verplichtingen inzake beroepsgeheim als vastgelegd in sectorale wetgeving en in artikel 70.
4.
Voordat er overeenkomstig dit artikel om informatie wordt gevraagd en om dubbele rapportageverplichtingen te vermijden, maakt de Autoriteit gebruik van de bestaande statistieken, zoals opgemaakt en verspreid door het Europees statistisch systeem en het Europees Stelsel van centrale banken.
5.
Ingeval de bevoegde autoriteiten informatie niet of niet tijdig beschikbaar stellen, kan de Autoriteit een naar behoren gerechtvaardigd en met redenen omkleed verzoek richten tot andere toezichthoudende autoriteiten, tot het ministerie dat verantwoordelijk is voor financiën, voor zover dit over toezichtinformatie beschikt, tot de nationale centrale bank of tot het bureau voor de statistiek van de betrokken lidstaat.
6.
Ingeval informatie niet beschikbaar is of niet tijdig beschikbaar wordt gesteld ingevolge lid 1 of lid 5, kan de Autoriteit een naar behoren gerechtvaardigd en met redenen omkleed verzoek rechtstreeks tot de desbetreffende financiëlemarktdeelnemers richten. In het met redenen omkleed verzoek wordt toegelicht waarom de informatie over de respectieve individuele financiëlemarktdeelnemers benodigd zijn.
De Autoriteit brengt de desbetreffende bevoegde autoriteiten op de hoogte van verzoeken ingevolge dit lid en ingevolge lid 5.
Op verzoek van de Autoriteit verlenen de bevoegde autoriteiten aan de Autoriteit bijstand bij het verzamelen van de informatie.
7.
De Autoriteit kan ingevolge dit artikel ontvangen vertrouwelijke informatie alleen gebruiken voor het uitvoeren van de haar bij deze verordening opgedragen verplichtingen.