Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 391 [Verlenging reservaatpacht. Grond voor niet-verlenging]
Geldend
Geldend vanaf 31-10-2007. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-09-2007
- Bronpublicatie:
18-10-2007, Stb. 2007, 395 (uitgifte: 30-10-2007, kamerstukken: 31107)
- Inwerkingtreding
31-10-2007, terugwerkend tot: 01-09-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2007, Stb. 2007, 395 (uitgifte: 30-10-2007, kamerstukken: 31107)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht / Pachtrecht
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Pachtrecht / Pachtovereenkomst
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
Indien toepassing is gegeven aan artikel 389 wordt de pachtovereenkomst in afwijking van artikel 325 telkens met zes jaren verlengd.
2.
De rechter kan de in artikel 370 bedoelde vordering, behalve op de daar bedoelde gronden, ook toewijzen op de grond dat de verpachter met betrekking tot de instandhouding of ontwikkeling van de op het land aanwezige waarden van natuur en landschap een zodanig beheer wil voeren dat verdere verpachting hiermee niet in overeenstemming is. Bij alle toewijzingsgronden houdt hij rekening met de billijkheid in verband met de bijzondere aard van de pachtovereenkomst.