Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen Nederland en België betreffende de toepassing der wederzijdse wetgeving op het punt der sociale verzekering
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 15-06-1960. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-1957
- Bronpublicatie:
04-11-1957, Trb. 1958, 1 (uitgifte: 20-01-1958, kamerstukken/regelingnummer: -)
04-11-1957, Trb. 1960, 82 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-06-1960, terugwerkend tot: 01-01-1957
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-08-1960, Trb. 1960, 83 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
06-08-1960, Trb. 1960, 83 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Vrij verkeer
1.
Wanneer een onderdaan van een van de Verdragsluitende landen op hetzelfde tijdstip niet voldoet aan de voorwaarden gesteld door de wetgeving van de beide landen, wordt zijn recht op pensioen vastgesteld ten opzichte van de wetgeving van elk land, naar gelang hij de voorwaarden van de wetgeving van dat land vervult, waarbij rekening wordt gehouden met het bepaalde in artikel 5.
2.
De tijdvakken waarover een ouderdomspensioen wordt toegekend door het land waarin de voorwaarden krachtens het eerste lid zijn vervuld, worden voor de opening van rechten ten opzichte van de wetgeving van het andere land gelijkgesteld met tijdvakken van premiebetaling van het eerste land.