RvdW 2018/595
Onrechtmatige overheidsdaad; onjuiste implementatie Databankenrichtlijn; onrechtmatige wetgeving; onrechtmatig nalaten alsnog juist te implementeren. Verjaring vordering tot schadevergoeding; aanvang korte verjaringstermijn art. 3:310 lid 1 BW; maatstaf; onbekendheid met of onzekerheid over juridische beoordeling; verjaring van voortdurende onrechtmatige daad.
HR 04-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:677
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 mei 2018
- Magistraten
Mrs. A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/00100
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Staatsrecht / Wetgeving
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:677, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:84, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2016
- Wetingang
Art. 3:310 BW; art. 4 VEU; art. 288 VWEU; art. 10 Aw; art. 2.140, 3.28 Mediawet
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad; onjuiste implementatie Databankenrichtlijn; onrechtmatige wetgeving; onrechtmatig nalaten alsnog juist te implementeren. Verjaring vordering tot schadevergoeding; aanvang korte verjaringstermijn art. 3:310 lid 1 BW; maatstaf; onbekendheid met of onzekerheid over juridische beoordeling; verjaring van voortdurende onrechtmatige daad.
Op de Staat rust de plicht om Europese richtlijnen juist te implementeren. Het nalaten daarvan is onrechtmatig. Dit omvat mede het na een onjuiste implementatie van een richtlijn niet alsnog juist implementeren daarvan. Aangenomen moet worden dat, zolang geen juiste implementatie plaatsvindt, dit iedere dag een zelfstandige onrechtmatige daad van de Staat oplevert, hetgeen meebrengt dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.