BA 2015/128
Vordering van wils(on)afhankelijk materiaal voor belastingheffing, nemo tenetur-verweer
HR 24-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:1129
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 april 2015
- Zaaknummer
14/02414
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1129, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2346, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2014
- Wetingang
Art. 47 Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR); art. 4 richtlijn nr. 77/799/EEG van de Raad van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe belastingen en heffingen op verzekeringspremies (Bijstandrichtlijn; Pb L 336); art. 6 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
Essentie
Vordering van wils(on)afhankelijk materiaal voor belastingheffing, nemo tenetur-verweer
Samenvatting
Het onderscheid tussen wilsafhankelijk en wilsonafhankelijk materiaal speelt geen rol voor zover het materiaal wordt gevorderd voor de belastingheffing. De omstandigheid dat art. 47 AWR een ieder verplicht om de Inspecteur ‘de gegevens en inlichtingen te verstrekken die voor de belastingheffing van belang kunnen zijn’ brengt echter nog niet mee dat de Staat in een civielrechtelijk kort geding tegen betrokkene op straffe van verbeurte van dwangsommen aanspraak kan maken op die gegevens en inlichtingen in gevallen waarin de Staat onvoldoende aanknopingspunten verschaft om aannemelijk te achten dat betrokkene ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.