Einde inhoudsopgave
Wet op de parlementaire enquête 2008
Artikel 10 [Oproeping getuige/deskundige]
Geldend
Geldend vanaf 09-05-2008
- Bronpublicatie:
01-04-2008, Stb. 2008, 148 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 30415)
- Inwerkingtreding
09-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2008, Stb. 2008, 148 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 30415)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
Staatsrecht / Wetgeving
1.
De voorzitter van de commissie roept een persoon die zij als getuige of deskundige wil horen bij aangetekende brief op, hetzij in persoon, hetzij op de woonplaats, hetzij op het werkadres van de persoon. De voorzitter kan de oproeping bij deurwaardersexploot doen betekenen.
2.
Het verhoor vindt niet eerder plaats dan op de achtste dag na de ontvangst van de oproeping.
3.
De oproeping maakt melding van dag, uur en plaats van het verhoor, van de feiten waaromtrent informatie wordt verlangd en van de gevolgen, verbonden aan het niet verschijnen op het verhoor.
4.
In afwijking van het tweede lid kan de commissie bepalen dat het verhoor eerder plaats vindt dan op de achtste dag na ontvangst van de oproeping, indien:
- a.
naar het redelijk oordeel van de commissie in het belang van de parlementaire enquête een verhoor op een kortere termijn nodig is, of
- b.
de betrokken getuige of deskundige met een kortere termijn instemt.