NJB 2015/1100
Noodweer(exces) politieambtenaar, art. 41 Sr: verwerping beroep hierop nu in casu niet van enige concrete dreigende agressie gericht tegen de verdachte is gebleken. Putatief noodweer(exces) en Garantenstellung, art. 41 Sr: ook verwerping van het beroep op putatief noodweer omdat niet kan worden gezegd dat verdachte redelijkerwijs mocht vermoeden dat hij werd aangevallen. Het hof mocht daarbij betekenis toekennen aan verdachtes capaciteiten gezien in het licht van hetgeen in een situatie als de onderhavige – gelet op zijn beroep, opleiding en training – mag worden verwacht van een politieambtenaar
HR 26-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1334
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 mei 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/02617
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1334, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:668, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑09‑2014
- Wetingang
(Sr art. 41)
Essentie
Noodweer(exces) politieambtenaar, art. 41 Sr: verwerping beroep hierop nu in casu niet van enige concrete dreigende agressie gericht tegen de verdachte is gebleken. Putatief noodweer(exces) en Garantenstellung, art. 41 Sr: ook verwerping van het beroep op putatief noodweer omdat niet kan worden gezegd dat verdachte redelijkerwijs mocht vermoeden dat hij werd aangevallen. Het hof mocht daarbij betekenis toekennen aan verdachtes capaciteiten gezien in het licht van hetgeen in een situatie als de onderhavige – gelet op zijn beroep, opleiding en training – mag worden verwacht van een politieambtenaar
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – (feit 1) ‘ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.