RvdW 2020/100
Art. 81 lid 1 RO. Huwelijksvermogensrecht. IPR. Automatische verandering van toepasselijk huwelijksvermogensrecht ingevolge art. 7 lid 2 Huwelijksvermogensverdrag? Kan een naar Iraans recht overeengekomen bruidsgave worden aangemerkt als een huwelijkse voorwaarde dan wel als rechtskeuze (art. 10-13 Huwelijksvermogensverdrag)?
HR 20-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:2010
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 december 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01117
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:2010, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:958, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Huwelijksvermogensrecht. IPR. Automatische verandering van toepasselijk huwelijksvermogensrecht ingevolge art. 7 lid 2 Huwelijksvermogensverdrag? Kan een naar Iraans recht overeengekomen bruidsgave worden aangemerkt als een huwelijkse voorwaarde dan wel als rechtskeuze (art. 10-13 Huwelijksvermogensverdrag)?
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN CIVIELE KAMER Nummer 19/01117 Datum 20 december 2019 BESCHIKKING In de zaak van [de man], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, hierna: de man, advocaat: mr. A.H.M. van den Steenhoven, tegen [de vrouw], wonende te [woonplaats], VERWEERSTER in cassatie, hierna: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.